Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) doen het nog niet zo slecht op de woningmarkt. Driekwart van de zzp-huishoudens heeft een eigen woning en dat is zelfs iets meer dan de huishoudens waarbij sprake is van een vast arbeidscontract (72 procent).

Bovendien wonen zzp’ers in woningen met een hogere WOZ-waarde, hebben ze er gemiddeld meer vermogen in en wonen ze vaker in een eengezinswoning dan huishoudens met een vast contract.

Dat blijkt uit onderzoeksgegevens (pdf) die minister Stef Blok (Wonen) donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Die wilde weten hoe het staat met de positie van zzp’ers en flexwerkers op de woningmarkt.

Flexwerker minder vaak koopwoning

Flexwerkers komen er kariger van af: ze hebben aanzienlijk minder vaak een koopwoning (42 procent).

Ook wonen zij vaker in een huizen met een lagere WOZ-waarde dan andere werkende huishoudens en hebben ze minder vermogen in de woning.

Dat komt omdat werknemers met een flexibel contract een lagere sociaaleconomische positie bekleden en meestal ook jonger zijn dan de gemiddelde werknemer.

Flexwerkers vaker 'onder water'

De woningen van flexwerkers staan daarnaast vaker 'onder water'. Dat betekent dat de hypotheekschuld hoger is dan de WOZ-waarde van het huis.

Ook dat komt waarschijnlijk door de gemiddeld jongere leeftijd van flexwerkers, waardoor ze naar verhouding minder hypotheekschuld hebben afgelost.

Gemiddelde inkomsten

Ondernemers en anderen zonder vast contract kunnen een hypotheek krijgen op basis van de gemiddelde inkomsten van de laatste drie jaar of als zij een goede prognose kunnen geven van de toekomstige verdiensten.

Volgens Blok gaan kredietverstrekkers vooral uit van de inkomsten en is een toekomstverwachting lastig. De minister vindt de termijn van drie jaar redelijk voor het aangaan van een langdurige lening.

Bron: Z24/ANP

Lees ook

'Huis kopen? Met flexcontract is huren beter idee'.

Zelf een huis bouwen: zó doe je dat

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl