- Nog altijd heeft zo’n 40 procent van de zzp’ers geen financieel vangnet voor arbeidsongeschiktheid, blijkt uit onderzoek van de bank Knab.
- De overheid wil over enkele jaren een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) invoeren.
- Maar de steun daarvoor brokkelt af. Volgens Knab moeten het eigen risico en de premie lager.
- Lees ook: Als ondernemer verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid? Crowdsurance is relatief nieuw en lijkt op een Broodfonds – dit zijn de verschillen
Minder zzp’ers zijn te porren voor de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV), die de overheid vanaf 2027 wil invoeren. Van de zelfstandigen zonder personeel is 36 procent nog voorstander van het plan om de AOV verplicht te stellen voor zzp’ers die zelf niks geregeld hebben. In 2021 was dat nog 41 procent.
Dat blijkt uit onderzoek van de bank Knab onder ruim 1.500 zzp’ers. Met een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering moeten de 1,2 miljoen zzp’ers in ons land verzekert zijn van een financieel vangnet. De overheid wil hiermee ook de risico’s en kosten voor de samenleving beperken.
In 2019 had 41 procent van de zzp’ers naar eigen zeggen niets geregeld voor eventuele arbeidsongeschiktheid. Geen verzekering en ook geen andere voorziening als beleggingen of spaargeld, bleek uit een enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Inkomen lijkt een belangrijke rol te spelen. In de groep met de laagste inkomens had 65 procent geen voorziening getroffen, terwijl het in de groep met de hoogste inkomens om een kwart ging.
Zo'n 40% van de zzp'ers heeft niets geregeld in geval van arbeidsongeschiktheid
In 2023 is er een vergelijkbaar aandeel zzp'ers dat geen enkele voorziening heeft getroffen. Uit de enquête van Knab blijkt dat 42 procent niets heeft geregeld. Een meerderheid van 58 procent heeft dat wel gedaan, waarvan 23 procent een arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft afgesloten, zo is te zien in de onderstaande tabel van Knab.
De ongeveer 40 procent zzp'ers moet verplicht een AOV afsluiten, als het plan van de overheid doorgaat. Zoals het er nu voor staat wordt de premie deels inkomensafhankelijk. Deze zou 8 procent van het inkomen mogen bedragen met een maximum van 220 euro per maand, schrijft Knab.
De verplichte AOV zou maximaal het minimumloon van 1.650 euro bruto per maand dekken, waarbij voor een bepaalde periode een eigen risico geldt. Dit betekent dat de verzekering in de eerste periode bij ziekte of arbeidsongeschiktheid niet uitkeert. Hoe lang die periode is, staat nog niet vast.
Verschil tussen hoge en lage inkomens
Ook in dit onderzoek van Knab blijkt dat er een verschil is tussen hoge en lage inkomens. Van de groep die maandelijks meer dan 3.000 euro te besteden heeft, heeft 70 procent iets geregeld. Dit aandeel daalt naarmate het inkomen zakt, zo blijkt uit de onderstaande tabel.
Van de 42 procent die niets heeft geregeld en ook geen eigen vermogen heeft, houdt 40 procent het naar eigen zeggen nog geen jaar vol, mocht het inkomen wegvallen.
Van de groep die wel voldoende eigen vermogen heeft (20 procent) zegt 83 procent het langer dan een jaar vol te kunnen houden, waarvan 53 procent zelfs vijf jaar.
Zoom je in op de arbeidsongeschiktheidsverzekering dan heeft van de minst verdienende zzp'ers slechts 6 procent een AOV.
Bij zzp'ers die meer dan 3.000 euro overhouden gaat het om 30 tot 40 procent. "Ik wil wel iets regelen, maar de AOV-premie is voor mij simpelweg onbetaalbaar. Bovendien haalt de overheid ook steeds meer fiscale voordelen weg, waardoor ondernemen wel heel duur en risicovol wordt", zei een respondent.
Volgens Knab toont het onderzoek aan dat ondernemers nog steeds kwetsbaar zijn voor de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Het huidige kabinetsplan is volgens Knab pas geschikt als de premie lager wordt de wachttijd korter. Dat kan volgens de online bank als de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden verplicht wordt en niet alleen voor zzp'ers.