- De Zweedse startup Re:Meat werkt aan een techniek om de kosten van uit cellen gekweekt vlees sterk terug te dringen.
- Het bedrijf van Jacob Schaldemose Peterson wil dit doen, door de structuur van de gebruikte cellen te herschikken.
- Het bedrijf hoopt een stukje kweekvlees voor 1 euro per kilo te kunnen produceren en wil in 2026 de markt op.
- Lees ook: Kweekvlees van Meatable voorlopig nog niet in Europa de markt op: waarom startup eerst mikt op Singapore en de VS
Als consultant in de voedselbranche gaf Jacob Schaldemose Peterson jarenlang strategisch advies aan voedselbedrijven die wilden vergroenen en vernieuwen.
“Het meest gewaagde waar ze mee kwamen was telkens een vegetarische burger. Ik heb altijd gevonden dat zoiets niet werkt, omdat de massa het niet zal kopen. Dat blijkt nu ook. De markt voor vleesvervangers groeit niet verder, terwijl wereldwijd de vraag naar vlees toeneemt.”
Hoe dat komt, volgens Peterson? “Vleesvervangers zijn nog altijd duurder [dan vlees] en mensen hebben het idee hebben dat ze er iets voor moeten opgeven. Ik ben zelf ook gestopt met het eten van vlees en merk dat zoiets moeilijk is. Wat te doen op barbecues, bijvoorbeeld? Het is anders dan wanneer je bijvoorbeeld je benzinewagen inruilt voor een elektrische Tesla, waar je meer voor betaalt maar er ook een luxe auto voor terugkrijgt.”
Vleesvervangers zullen de wereld niet veroveren, denkt Peterson. Kweekvlees heeft die potentie volgens hem wel. Dieren zijn voor dit type vlees niet meer nodig, slechts een enkele dierlijke cel, een zogenoemde bioreactor en een hele dosis techniek. Vrij platgeslagen, kunnen technici vanuit een cel een compleet stuk vlees laten groeien.
Een Nederlandse arts verwierf al in 1999 een patent op deze techniek, maar het onderzoek hiernaar kwam pas de afgelopen vijftien jaar in een stroomversnelling. Wereldwijd werken tientallen startups momenteel aan de ontwikkeling van kweekvlees.
In Nederland wisten de bedrijven Meatable en Mosa Meat hiervoor bijvoorbeeld tientallen miljoenen op te halen. De techniek mag in de Europese Unie nog niet de markt op, maar wel - deels - in Singapore, de Verenigde Staten en Israël.
Vleesbedrijven vonden kweekvlees science fiction
Als Peterson over kweekvlees begon aan zijn klanten, keken de vleesbedrijven hem echter raar aan. Dat was toch science fiction? Nee, vond Peterson, die daarop besloot zijn baan als consultant gedag te zeggen. In 2022 begon hij het eerste kweekvleesbedrijf van Zweden: het in Malmö gevestigde Re:Meat.
Business Insider Nederland zoekt hem op in zijn kantoor aan het lokale Medeon Science Park. Ook aanwezig is de Amerikaanse medeoprichter Marie Gibbons, een afgestudeerd celdeskundige, die zo'n tien jaar lang voor kweekvleesstartups werkte in liefst vier continenten.
Samen met de vandaag afwezige derde oprichter Gittan Schiöld, die de commercie in de gaten houdt, stellen Peterson en Gibbons zichzelf één groot doel ter ogen: de productiekosten van kweekvlees terugbrengen.
Want mogen vleesvervangers iets duurder zijn dan dierlijk vlees, kweekvlees is al helemáál een dure grap. De eerste kweekvleesburger in 2013 kostte zelfs 250.000 euro, grotendeels door de hoge onderzoekskosten. In 2022 waren deze kosten teruggebracht naar nog altijd zo'n 60 euro per kilo, bleek uit een studie.
Startup wil kostprijs kweekvlees flink omlaag
"Het is onze ambitie om die kosten terug te brengen naar 1 euro per kilo", zegt Gibbons. Dat is gedurfd, want "als een vleesproducent vlees inkoopt van het slachthuis, kost dat gemiddeld 5 euro per kilo".
Toch is Gibbons niet alleen in haar verwachting dat kweekvlees goedkoper kan worden dan regulier vlees. Meatable-ondernemer Krijn de Nood verdedigde deze stelling al in 2018 tegen MT/Sprout: "Een koe moet je 3 jaar te eten geven, je moet hem warm houden en je gebruikt maar 60 procent van de koe voor het vlees. Dat is inefficiënt."
Waarom is kweekvlees toch nog altijd zoveel duurder dan gewoon vlees? Door de hoge kosten van wat Gibbons de "groeifactoren" noemt, die bedrijven aan de cellen moeten toevoegen.
"Dieren zelf produceren kleine eiwitten, die je doorgaans in het bloed aantreft", legt Gibbons uit. Aanvankelijk gebruikten producenten hiervoor foetaal kalfsserum, maar dat was kostbaar en niet-diervrij. Producenten zijn overgestapt op andere "groeifactoren", zoals gerst en zelfs tabak. Toch blijken ook deze technieken prijzig, stelt Gibbons. "Ze blijken 99 procent uit te maken van de kosten binnen het groeimedium [waarin kweekvlees wordt gekweekt, red.]."
Bij Re:Meat proberen ze daarom nu een techniek te ontwikkelen om deze "groeifactoren" te schrappen. "We willen de architectuur binnenin de cel veranderen", legt Gibbons uit, "zodat deze denkt dat een groeifactor zich aan de receptor van de cel bindt, terwijl dit in feite niet zo is. Ook willen we cellen proberen aan te moedigen hun eigen groeifactoren te produceren."
Toch is dit geen genetische modificatie, haast Peterson zich eraan toe te voegen. "Door enkel de architectuur binnen een cel te veranderen, hoeven we niet te knoeien met het genoom [de genetische samenstelling, red.]."
Geen tientallen miljoenen nodig voor Re:Meat
Re:Meat haalde twee jaar geleden 3 ton op voor dit onderzoek. Nog deze zomer hoopt het bedrijf 1,4 miljoen euro op te halen bij investeerders en volgend jaar 2 miljoen euro. Geen grote bedragen, terwijl kweekvleesbedrijven juist vaak tientallen miljoenen in ontwikkelingskosten moeten steken.
"We borduren verder op al het publieke onderzoek over kweekvlees dat tot nu toe verscheen", zegt Gibbons. "We hoeven het wiel dus niet opnieuw uit te vinden."
Door samen te werken met leveranciers van bioreactoren en allerhande techbedrijven, hoeft Re:Meat ook geen al te kostbare aankopen te doen, voegt Peterson daaraan toe.
In 2026 hopen de ondernemers hun techniek klaar te hebben, zodat kweekvleesbedrijven het kunnen gebruiken om er hun productiekosten mee te verlagen. "We kunnen een combinatie van de hardware en techniek dan aan bedrijven verkopen als een soort licentie", legt Peterson zijn strategie uit.
Re:Meat hoopt de techniek ook aan grote vleesconcerns te kunnen verkopen, zodat die ermee kunnen inzetten op grootschalige, betaalbare kweekvleesproductie. "Het draait uiteindelijk om gewoonten", zegt Peterson. "Als je van kinds af aan vlees hebt gegeten, zul je dat waarschijnlijk je leven blijven doen. Het zou mooi zijn als we daar kweekvlees van kunnen maken."
Met het oog op de veiligheid, hanteert de Europese Unie een vrij stringent beleid rondom het toelaten van nieuwe voedselproducten. Voordat kweekvlees in ons continent de markt op kan, zal daar dan ook een mogelijk jarenlang proces van veiligheidscontroles aan vooraf gaan.
Afgelopen jaar liet de Europese toezichthouder aan Business Insider Nederland weten dat nog geen enkel bedrijf zich tot dusver meldde voor deze goedkeuringsprocedure.
Doordat Peterson puur een techniek wil verkopen aan andere bedrijven en dus geen fysiek stukje kweekvlees, stelt hij niet deze tijdrovende klus niet te hoeven ondergaan. "Ons pad richting de markt zal daardoor veel sneller zijn, denk ik."