De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn vrijdag met stevige verliezen gesloten. De Dow-Jonesindex tekende zelfs het grootste dagverlies op in ruim anderhalf jaar, sinds het Brexit-referendum van juni 2016.
Beleggers verwerkten tegenvallende resultaten van zwaargewichten als Apple, ExxonMobil en Chevron. Ook zorgde het maandelijkse banenrapport van de overheid voor nerveuze reacties.
De Dow eindigde 2,5 procent lager op 25.520,96 punten. De brede S&P 500 zakte 2,1 procent naar 2762,13 punten en technologiegraadmeter Nasdaq verloor 2 procent tot 7240,95 punten. Wall Street lijkt alvast begonnen met het inprijzen van een wat krapper monetair beleid, nu het volgens nieuwe cijfers met de arbeidsmarkt allemaal wat beter gaat dan gedacht.
Exclusief de landbouw zijn er in januari 200.000 banen bijgekomen in de Verenigde Staten. Dat was meer dan waar economen in doorsnee op hadden gerekend. De kracht van de Amerikaanse banenmarkt speelt doorgaans een belangrijke rol bij het bepalen van het rentebeleid van de Federal Reserve.
Tegenvallende cijfers Apple
Bij Apple viel de verkoop van iPhones tegen en het techconcern sloot ruim 4 procent lager. Alphabet leverde meer dan 5 procent in. Het moederbedrijf van Google dook door een forse tegenvaller door de Amerikaanse belastinghervormingen diep in de rode cijfers.
Amazon ging juist zo'n 3 procent omhoog. De webwinkelgigant deed afgelopen kwartaal goede zaken met zijn digitale assistent Alexa en verdubbelde zijn winst.
ExxonMobil stelt teleur
Ook oliereuzen ExxonMobil en Chevron kwamen met cijfers. Die vielen tegen en beleggers zetten de aandelen ruim 5 en bijna 6 procent lager. Farmaceut Merck, creditcardmaatschappij Visa enuitzendconcern Manpower konden beleggers eveneens niet bekoren. Zij zakten respectievelijk 2, 4 en ruim 7 procent.
Speelgoedfabrikant Mattel heeft een teleurstellende feestdagenperiode achter de rug. Volgens kenners liggen de hervormingen om het bedrijf achter onder meer Barbie weer op de rails te krijgen echter wel op koers. Het aandeel ging zo'n 8 procent omhoog.
De euro was 1,2458 dollar waard, tegen 1,2450 dollar bij slot van de Europese beurzen eerder op de dag. Een vat Amerikaanse ruwe olie werd 1,2 procent goedkoper op 65,04 dollar. Brentolie kostte 2 procent minder op 68,27 dollar per vat.