In oktober moet de Europese Centrale Bank (ECB) een belangrijk besluit nemen: hoe gaat de centrale bank de honderden miljarden euro’s aan ‘gratis geld’ opdweilen, die de afgelopen jaren in de eurozone zijn gepompt.
Grofweg zijn er twee kampen: noordelijke eurolanden, onder aanvoering van Duitsland en Nederland, willen dat het losse monetaire beleid snel wordt teruggedraaid; centrale bankiers uit zuidelijke eurolanden willen rustiger aan doen.
De heilige graal voor de ECB is de ontwikkeling van de inflatie. De centrale bank heeft als opdracht om ervoor te zorgen dat de inflatie in de eurozone rond de 2 procent ligt. De afgelopen jaren was de feitelijke inflatie veel lager – een teken van economische zwakte, omdat bedrijven prijzen nauwelijks durfden te verhogen en lonen ook onder druk stonden.
De laatste maanden klimt de inflatie in de eurozone, maar die is nog niet op het gewenste niveau van circa 2 procent. Vrijdag publiceerde statistiekbureau Eurostat de inflatiecijfers over de maand september. De inflatie blijkt stabiel gebleven op 1,5 procent.
Echter, de zogenoemde kerninflatie – die volatiele onderdelen zoals brandstofprijzen, voeding en tabak niet meeneemt – kwam in september uit op 1,1 procent. En dat was 0,1 procentpunt lager dan in augustus.
Balanceeroefening voor de ECB
De onderliggende ontwikkeling lijkt er dus op te duiden, dat er nog geen duidelijke trend omhoog is bij de inflatie in de eurozone richting de 2 procent. En dat is voer voor de 'duiven' binnen de ECB.
In een kort commentaar geven analisten van ING vrijdag aan dat de ECB in oktober voor een lastig dilemma staat. De centrale bank zal moeten aankondigen dat het opkoopprogramma van obligatieleningen - die betaald worden met 'verse euro's' - wordt afgebouwd. Maar tegelijk is voorzichtigheid geboden wat betreft de timing.
"Wij geloven dat de ECB het bedrag van de maandelijkse aankopen [van obligatieleningen, red] zal verlagen, maar dat de centrale bank financiële markten kan verrassen als het over de duur van het programma gaat. Dat zou tot na de zomer van 2018 in stand kunnen blijven. Tegelijk zal de ECB proberen de nadruk te leggen op het rentebeleid: een renteverhoging wordt niet verwacht vóór het eind van 2018"