Een groot deel van de zorgmedewerkers wil zich niet, of waarschijnlijk niet laten vaccineren tegen het coronavirus, blijkt uit onderzoek van vakbond FNV.
Ze vertrouwen het vaccin niet omdat het nieuw is en snel ontwikkeld, of ze missen uitleg. Een deel wil even afwachten of er bijwerkingen zijn.
Medewerkers van verpleeg- en verzorgingshuizen zijn op 8 januari als eerste aan de beurt om te worden ingeënt. Volgens de FNV moet de overheid het gevoel wegnemen dat ze “proefkonijn” zijn.
Een groot deel van de Nederlandse zorgmedewerkers staat nog steeds niet te springen om zich te laten inenten met een vaccin tegen het coronavirus.
Dat blijkt uit onderzoek van vakbond FNV onder ruim 9.000 zorgmedewerkers. Hierin komt naar voren dat in totaal 30 procent van het zorgpersoneel ernaar neigt zich niet te laten vaccineren.
Van die groep zegt 19 procent “zeker geen” vaccinatie te willen, terwijl 11 procent het houdt op “waarschijnlijk niet”. Een meerderheid van 56 procent staat positief tegenover het vaccin en 14 procent twijfelt nog.
Van de mensen die zich waarschijnlijk niet laten vaccineren zegt bijna 70 procent het vaccin niet te vertrouwen omdat het nieuw is en snel ontwikkeld. Ruim de helft mist wetenschappelijke uitleg, terwijl 46 procent even wil afwachten of er bijwerkingen zijn.
Het Europees Medicijnagentschap (EMA) beslist waarschijnlijk vandaag over de toelating van het Pfizer-vaccin. Ook de toelating voor het Moderna-vaccin is aangevraagd.
Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid heeft aangekondigd dat in Nederland de eerste prikken op 8 januari 2021 worden gezet. Zorgmedewerkers, met medewerkers van verpleeg- en verzorgingshuizen voorop, zijn dan als eerste aan de beurt.
"Onder deze mensen heerst nu een beetje het gevoel dat zij proefkonijnen zijn, omdat zij als eerste worden gevaccineerd", zegt Bert de Haas, bestuurder van FNV Zorg & Welzijn, daarover. "Dat zie je ook wel terug in ons onderzoek; de bereidheid om zich te laten inenten is daar wat lager."
Volgens de FNV moeten de zorgen van zorgmedewerkers serieus worden genomen met goede voorlichting in begrijpelijke taal. Alleen dan kunnen ze een weloverwogen keuze maken en worden twijfelaars over de streep getrokken, stelt de vakbond.