De meeste gemeenten in Nederland hebben vorig jaar geld overgehouden op het zorgbudget. Het gaat naar schatting om zeker 310 miljoen euro in totaal.

Dat blijkt uit een onderzoek naar de uitgaven voor de jeugdzorg- en Wmo-taken door de NOS en het vakblad Binnenlands Bestuur.

Negen op de tien gemeenten hielden geld over op het gebied van dagbesteding, begeleiding en ondersteuning. En zes op de tien gemeenten hadden eind vorig jaar nog geld op de plank liggen voor huishoudelijke hulp.

Aan de enquête deed bijna een derde van de gemeenten, 126 van de 390, mee. Ruim de helft daarvan had op de post Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) zelfs een overschot van 15 procent of meer. Voor alle gemeenten samen zou dat neerkomen op een bedrag van minstens 310 miljoen euro.

Voor dit jaar verwacht ruim de helft van de gemeenten opnieuw overschotten op de Wmo-uitgaven. Wel vrezen gemeenten (vier op de tien) dat ze voor jeugdzorg meer geld kwijt zijn dan is begroot.

Strenger met inkopen

De gemeenten denken voor dit jaar geld over te houden, doordat ze vorig jaar op de diverse posten hebben bezuinigd en strenger waren met inkopen.

Vooral de huishoudelijke hulp stond de afgelopen tijd in de belangstelling, na het faillissement van thuiszorggigant TSN en een recordaantal rechtszaken over het wegvallen of inkrimpen van die hulp. Op die post kregen gemeenten een fikse bezuiniging van 32 procent en toch houden ze ook hier geld over, meldt de NOS. Zo noteren zes op de tien gemeenten een overschot, bij een kwart was dat zelfs meer dan 15 procent.

Rare situatie

Vakbond FNV noemt het "onacceptabel'' dat geld dat bedoeld is voor de zorg, niet naar de zorg gaat. "Het is onbegrijpelijk dat zorggeld niet wordt uitgegeven terwijl tienduizenden thuiszorgmedewerkers worden ontslagen of worden gedwongen om loon in te leveren en nog veel meer kwetsbare mensen hun zorg verliezen'', aldus Sarah Dobbe van de FNV.

Een woordvoerder van Ieder(in), belangenbehartiger van mensen met een beperking of chronische ziekte, vindt het een rare situatie als gemeenten doen alsof ze goed bezig zijn omdat er geld over is. "Terwijl veel mensen aangeven dat de Wmo nog niet goed geregeld is. Gemeenten kloppen zich ten onrechte op de borst."

Volgens Ieder(in) is er geen sprake meer van kinderziektes, maar gaat er structureel iets mis met het zorgbudget van de gemeenten. De woordvoerder is bang dat gemeenten denken dat ze nog wel verder kunnen bezuinigen nu blijkt dat er geld overblijft. "Maar het geld blijft niet over omdat het niet nodig is, het blijft over door verkeerde zuinigheid en een gebrek aan expertise bij de gemeenten. Dit gaat desastreuze gevolgen hebben."

Domino-effect

Patiëntenfederatie NPCF noemt het overschot van gemeenten ongekend. "We trekken aan de bel voor al die mensen die juist ervaren dat ze van hun gemeente geen passende oplossing geboden krijgen. Mensen komen hulp en hulpmiddelen tekort en maatwerk ontbreekt. De gevolgen werken met een domino-effect door in het leven van mensen. Dan kan het niet zo zijn dat er tegelijk miljoenen zorgeuro’s op de plank blijven liggen", zegt directeur Dianda Veldman.

De NPCF dringt erop aan om vast te leggen waar het Wmo-budget aan wordt besteed. "We willen dat elke euro die bestemd is voor hulp en ondersteuning, ook daadwerkelijk bij mensen terechtkomt. Daarom moet dat geld geoormerkt worden, zodat het geen andere bestemming kan krijgen", aldus Veldman.

Mensen die geen passende hulp krijgen, zeggen volgens onderzoek van de NPCF dat de gevolgen vaak ver doorwerken in hun dagelijks leven, hun zelfredzaamheid of sociale contacten. Tegelijk zeggen deze mensen dat hun situatie met meer of andere hulp en/of hulpmiddelen zou verbeteren.

'Te zuinig is nooit goed'

"Wethouders en raadsleden in gemeenten die veel minder uitgeven dan vooraf ingeschat, moeten nog eens goed bij zichzelf te rade gaan en de vraag beantwoorden: zijn we zuinig of zijn we eigenlijk een beetje te zuinig? Te zuinig is natuurlijk nooit goed", zegt staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tegen de NOS.

"In de aanloop naar het nieuwe zorgstelsel was er vrees dat er te weinig geld naar gemeenten zou gaan. Kennelijk is dat dus niet het geval", aldus Van Rijn.

Dat er bij gemeenten geld op de plank blijft liggen, vind hij een te snelle conclusie. "Gemeenten zijn voor meer verantwoordelijk geworden dan Wmo zorg alleen. Ik heb signalen dat gemeenten op een totaalbudget voor Wmo en Jeugd van zo'n 8,6 miljard in 2015 weliswaar iets minder besteden dan ingeschat. Maar het lijkt erop dat ze op het terrein van werk en inkomen juist meer uitgeven. Op verantwoordingsdag hebben we dat beeld scherper."

Die vrijheid om te schuiven binnen het hele sociaal domein hebben gemeenten. "Want zij hebben het beste inzicht in welke ondersteuning mensen nodig hebben", aldus de staatssecretaris.

Controle opschroeven

Seniorenorganisatie ANBO vindt het ongehoord dat gemeenten geld overhouden aan de WMO. "Meer dan eens heeft ANBO aangegeven dat gemeenten een veel te terughoudend beleid voeren als het gaat om de Wmo. Veel gemeenten bliezen hoog van de toren dat ze te weinig geld kregen om goede ondersteuning te bieden, en nu blijken ze ruim over te houden. En dat terwijl er nog te weinig hulp wordt geboden uit de Wmo", zegt Liane den Haan, directeur-bestuurder van ANBO.

Volgens Den Haan houden gemeenten geld over doordat ze te weinig uren aan huishoudelijke hulp toekennen, bezuinigen op tarieven van thuiszorgorganisaties, casemanagers ontslaan en te hoge eigen bijdragen rekenen waardoor mensen zorg mijden. Ze vindt dat de controle op het Wmo-budget flink moet worden opgeschroefd zodat het geld juist wordt besteed.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl