De subsidieregeling voor eigenaren van zonnepanelen die stroom terugleveren aan het net, gaat vanaf 2020 op de schop. Dit is van groot belang voor de terugverdientijd, als je zonnepanelen hebt of van plan bent ze aan te schaffen.
Minister Wiebes van Economische Zaken heeft de knoop doorgehakt en kiest vanaf 2020 voor een ’terugleversubsidie’, zo blijkt uit een afgelopen vrijdag gepubliceerde brief aan de Tweede Kamer. De nieuwe subsidie vervangt de huidige salderingsregeling.
Kort gezegd, werkt het nu zo: met zonnepanelen kun je stroom terugleveren aan het elektriciteitsnet. Bij oude meters loopt de energiemeter dan terug; bij nieuwe meters worden de verbruikte en geleverde stroom apart geregistreerd. Voor de energierekening wordt het saldo van de verbruikte stroom en de teruggeleverde stroom afgerekend.
Wanneer je als particulier in een jaar 3.500 kilowattuur (kwh) stroom verbruikt en 1.000 kwh teruglevert, betaal je over het netto verbruik van 2.500 kwh. Deze salderingregeling is zeer gunstig omdat de verbruikte en geleverde stroom worden afgerekend tegen hetzelfde stroomtarief inclusief belastingen.
Stel bijvoorbeeld dat de stroomprijs 22 eurocent per kwh bedraagt. Dan bestaat ongeveer 7 cent daarvan uit de ‘kale’ energieprijs. Daarbovenop komt nog ongeveer 11 cent aan energiebelasting en 4 cent btw.
Bij de salderingsregeling krijg je ook voor de geleverde stroom de volle 22 cent per kwh vergoed. Indirect betekent dat een subsidie van 14 cent per kilowattuur (die overeenkomt met het bedrag van energiebelasting en btw).
Salderingsregeling zonnepanelen wordt terugleversubsidie
Het kabinet Rutte 3 vond dit iets te riant worden en kiest daarom vanaf 2020 voor een andere opzet, via een 'terugleversubsidie'. Dat werkt zo:
Bij teruglevering van zonnestroom aan het net vindt er een splitsing plaats bij de vergoeding: van je energieleverancier krijg je de kale prijs (7 cent per kwh in het voorbeeld hierboven). Daarnaast past de overheid een terugleversubsidie bij. Die wordt jaarlijks vastgesteld en vervangt het huidige extra voordeel (14 cent per kwh uit het voorbeeld).
Het basisidee is dat de 'terugleversubsidie' hoog genoeg moet zijn om de investering in zonnepanelen binnen zeven jaar terug te verdienen. Maar de nieuwe opzet geeft de overheid meer flexibiliteit om de subsidie te matigen, als bijvoorbeeld prijzen van zonnepanelen dalen.
Ook wordt de indirecte koppeling met de energiebelasting en de btw losgelaten. Nu is het immers zo dat als de energiebelasting stijgt, het voordeel van terugleveren van stroom aan het net automatisch groter wordt.
Verder zijn de volgende 5 punten van belang:
- De nieuwe regeling start in 2020 en geldt voor nieuwe aanvragen, zolang de terugverdientijd van zonnepanelen nog ruim boven de 7 jaar ligt.
- Ook huidige eigenaren van zonnepanelen die gebruik maken van de salderingsregeling, krijgen vanaf 2020 te maken met de terugleversubsidie.
- Je krijgt alleen terugleversubsidie voor stroom die je aan het elektriciteitsnet levert. Voor zelf opgewekte stroom die je ook direct verbruikt of opslaat in een accu, geldt dat je daar geen energiebelasting over betaalt. Dit kan in de praktijk dus financieel voordeliger uitpakken vergeleken met de terugleversubsidie.
- De terugleversubsidie kan worden aangevraagd via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De uitbetaling wordt geregeld via de energienota van je energieleverancier .
- Veel eigenaren van zonnepanelen maken nog gebruik van een oude meter met een terugloopwieltje. Maar minister Wiebes van Economische Zaken suggereert in een Kamerbrief dat daar een eind aan komt. "Voor het omvormen van de salderingsregeling is het noodzakelijk dat in ieder geval alle kleinverbruikers die hernieuwbare elektriciteit opwekken, beschikken over een elektriciteitsmeter die de afname van, en het invoeden op het elektriciteit aan het elektriciteitsnet afzonderlijk kan meten."
Wiebes gaat kijken hoe zo'n digitale meter kan worden 'voorgeschreven'. De minister merkt overigens op dat er nog privacyzorgen zijn omtrent het uitlezen op afstand van data van slimme meters. "Deze zorgen zal ik bij mijn nadere uitwerking betrekken", zo schrijft hij aan de Tweede Kamer.