In 2016 versobert Nederland de WW. Althans, als de Eerste Kamer akkoord gaat met de Wet werk en zekerheid. Doel van deze nieuwe wet is om mensen met een uitkering eerder aan het werk te krijgen. Activeren noemt het kabinet dat.
De nieuwe Werkpocket 2014 van Randstad zet de belangrijkste wijzigingen in de WW op een rij.
De WW is in een tijdelijke voorziening voor mensen die in loondienst waren. (Zelfstandigen krijgen onder bepaalde voorwaarden een uitkering op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen.)
Aanpassing van de duur van de WW
Vanaf 1 januari 2016 wordt de lengte van de WW-uitkering teruggebracht. Dat gebeurt stap voor stap, met een maand per kwartaal. Vanaf 2019 krijg je nog maximaal twee jaar WW van de overheid. Nu is dat nog maximaal 38 maanden.
Overigens kunnen werkgevers en werknemers onderling afspreken om de duur van de uitkering te verlengen. Maar het is dan niet meer de overheid die betaalt.
Aanpassing opbouw WW
Straks bouwen werknemers in de eerste tien jaar van hun loopbaan per gewerkt jaar een maand WW-recht op. Daarna bouwen ze per gewerkt jaar een halve maand op. Bestaande WW-rechten blijven geldig. En de nieuwe regels gelden niet voor degene die nu al een WW-uitkering hebben.
Verruiming begrip passende arbeid
Werknemers moeten al vanaf 1 juli 2015 eerder passend werk accepteren. Het begrip ‘passende arbeid’ wordt dan verruimd.
De kern van de WW blijft overigens gewoon bestaan. Die houdt in dat de WW in feite een overbrugging is tussen de ene baan in loondienst en de andere. De eerste twee maanden ontvang je 75% van je laatstverdiende loon. De periode daarna 70%. Maximaal ontvang je 197 euro bruto per dag.
Werkgevers én werknemers moeten bij ontslag van een werknemer goed letten op de regels. Anders kan de WW-uitkering gevaar lopen of gekort worden. Zo geldt er de benadelingshandeling. Als je als werknemer iets doet of juist nalaat wat het UWV (die de uitkering verstrekt) benadeelt, word je gekort op je uitkering.
Een voorbeeld van verwijtbaar gedrag. Je werkgever ontslaat je zonder rekening te houden met de opzegtermijn. Daardoor doe je als werknemer eerder een beroep op de WW. Als je hier niet tegen protesteert, loop je het risico dat het UWV spreekt over een benadelingshandeling en je uitkering kort of beperkt tot een kortere periode.
Tegen die achtergrond is het dan ook verstandig dat werkgever en werknemer zorgvuldig te werk gaan als ze gezamenlijk besluiten om uit elkaar te gaan. Een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden moet je goed vastleggen in een beëindigingsovereenkomst. Het UWV geeft daar tips voor. Zo mag er bijvoorbeeld geen dringende reden voor ontslag zijn.
Meer over de WW en beëindigingsovereenkomsten vind je op het HR platform van Randstad: randstad24HR.nl
Dit is het tweede artikel in een reeks van De maand van HR. De Maand van HR wordt mede mogelijk gemaakt door het nieuwe platform van Randstad: Randstad 24 HR.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl