ANALYSE – Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie moet een zorgsysteem hoofdzakelijk drie doelen dienen: verbetering van de gezondheid van de bevolking, rekening houden met de verwachtingen van de bevolking en een eerlijke verdeling van de zorgkosten.
Deze hoofdcriteria kun je nog onderverdelen in aan aantal subcriteria. Dat heb ik gedaan in onderstaande infographic voor het Nederlandse zorgstelsel. Op basis van verschillende bronnen is een lijst gemaakt van zeven indicatoren die in samenhang een beeld geven van de kwaliteit van het zorgstelsel.
(klik voor uitvergroting)
Aan de scores is te zien dat het Nederlandse zorgstelsel zeker niet op alle criteria voldoet aan de doelstellingen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Per saldo presteert Nederland niet meer dan middelmatig.
Hieronder een toelichting op de zeven indicatoren:
1. Verbeteren van de gezondheid
Verbetering van de gemiddelde individuele gezondheid, waaronder een stijgende levensverwachting, is essentieel voor elk zorgstelsel. In 1980 had de Nederlander de op een na hoogste levensverwachting van de wereld en de hoogste in Europa. Nu is de levensverwachting in zes moderne Europese landen hoger dan die in Nederland. De kwaliteit van de medische zorg gaat in vergelijking met andere moderne Europese landen sinds 2006 in enige mate achteruit.
2. Verkleining van sociale ongelijkheid
Verkleining van de sociaal-economische gezondheidsverschillen tussen hoog- en laagopgeleiden: ook dat is cruciaal voor elk zorgstelsel. Het verschil in gezonde levensverwachting tussen hoog- en laagopgeleiden is achttien jaar in Nederland en hoogopgeleiden leven zeven jaar langer dan laagopgeleiden. Deze verschillen worden eerder groter dan kleiner.
3. Respect voor patiënten
Bescherming van de persoonlijke waardigheid en privacy telt eveneens zwaar. De vrije artsenkeuze staat in Nederland onder druk. De geestelijke gezondheidszorg kent grote problemen, net als de gespecialiseerde jeugdzorg en de personele bezetting in de ouderenzorg. Veel mensen vallen tussen de wal en het schip door de vier deelzorgsystemen (Zvw, Wlz, Wmo en Jeugdzorg). De privacy van patiëntgegevens is in gevaar.
4. Klantgerichtheid
Klantgerichtheid van de zorgverlening wordt door marktwerking bevorderd. Maar ook: de fysieke en/of virtuele toegankelijkheid. De eerste lijn (huisartsen) is zeer toegankelijk en presteert goed, ook in vergelijking met andere Europese landen. Speciale klinieken idem dito. Ziekenhuiszorg en spoedeisende hulp zijn steeds minder toegankelijk en kennen grote bezettingsproblemen.
5. Transparantie van het zorgverleningsaanbod
Transparantie van het zorgverleningsaanbod, essentieel voor marktwerking, is een belangrijke pijler van het Nederlandse zorgstelsel. De prijzen van behandelingen zijn echter ondoorzichtig en verschillen tussen zorgpolissen zijn heel moeilijk te doorgronden. De Consumentenbond spreekt van een polisjungle.
6. Rechtvaardige lastenverdeling en solidariteit
Een rechtvaardige verdeling van financiële lasten en solidariteit is ook van fundamenteel belang voor het Nederlandse zorgstelsel. Als de verschillen in levensverwachting tussen mensen zo groot zijn (zie punt 2), dan roept dit direct de rechtvaardigheidsvraag op.
Mensen met zware beroepen die met pensioen gaan, hebben vaak nog maar een korte levensverwachting. Demografen pleiten ervoor dat laagopgeleiden eerder met pensioen mogen dan hoogopgeleiden. De solidariteit staat ook onder druk, blijkt uit onderzoek.
7. Macrokosten van het zorgstelsel
Doelmatigheid en macrokosten van het zorgsysteem zijn essentieel voor elk zorgstelsel. De burger krijgt steeds minder medische zorg voor zijn geld.
Op basis van een analyse van OESO-data kom ik op een daling van ‘zorgwaarde’ van 44 procent over de periode van 2007 tot en met 2017. De administratieve lasten van de zorg zijn extreem hoog, zorgverleners besteden 35 procent tot zelfs 50 procent van hun tijd aan registratieve verplichtingen.
Kortom: het 'ontregelen' van de zorg krijgt terecht een zeer hoge prioriteit (OntRegelDeZorg), maar het lijkt niet te lukken. Zie daarover ook mijn eerdere blog.
Gijs van Loef is adviseur in de publieke sector, innovator en publicist in de gezondheidszorg. Hij was de financieel expert achter het Nationaal Zorg Fonds en is sinds 2015 de meest gelezen auteur op het zorgplatform Skipr. In 2013 verscheen zijn boek ‘Kiezen tussen overheid en markt’. Zijn expertise is gestoeld op vijftien jaar werkervaring in het bedrijfsleven (Philips, Deloitte, Capgemini) en twintig jaar werkervaring in de publieke sector als organisatie adviseur, programma-manager, interim-manager en wethouder.