Duitsland heeft de sterkste economie van Europa. Dat is ook terug te zien in de individuele rijkdom. In theorie kunnen de Duitsers alle euroschuld opkopen.
De schuldencrisis van de eurozone is bovenal een kwestie van politieke wil. Aan rijkdom is op zich geen gebrek.
Dat blijkt ook weer uit een signalering van de brancheclub van Duitse banken. Die becijferde woensdag dat Duitsers eind september 2011 een gezamenlijk vermogen hadden van 9.700 miljard euro. Daarbij gaat het om huizenbezit en financieel vermogen, zoals aandelen en spaargeld.
Duits vermogen = alle euroschuld
Trek je de schulden van Duitse burgers van het bruto vermogen af, dan blijft er nog 8.200 miljard euro over aan netto vermogen over. Dat is een aardige som, want volgens statistiekbureau Eurostat lag de gezamenlijke schuld van de eurolanden eind september vorig jaar op 8.192 miljard euro.
In theorie kunnen Duitse burgers dus samen de gehele euroschuld aflossen. Uiteraard is dit in de praktijk niet uitvoerbaar, maar het geeft wel een idee van de financiële slagkracht van Duitsland.
Rijker dan Nederland
Interessant is ook de vergelijking met Nederland. Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende in januari dat het bruto vermogen van Nederlandse huishoudens in 2011 zo'n 1.952 miljard euro bedroeg. Na aftrek van schulden bleef er ongeveer 1.200 miljard euro aan netto vermogen over.
Het gemiddelde vermogen per huishouden lag in Nederland op 162 duizend euro in 2011. Voor Duitse huishoudens kom je uit op een aanzienlijk hoger bedrag, van bijna 211 duizend euro per huishouden, uitgaande van ruim 40 miljoen Duitse huishoudens. Let wel: hierbij is geen rekening gehouden met de verdeling van vermogen tussen individuele huishoudens.
Om het effect dat veel rijkdom geconcentreerd is bij een kleine groep te neutraliseren, werkt het Nederlandse CBS met een mediaan of 'middelste' vermogen, dat in Nederland op 29.000 euro per huishouden lag in 2011. De Duitse bankenclub geeft geen vergelijkbaar cijfer.
Duitsers sparen meer
Opvallend is verder dat Duitsers een veel groter deel van hun financiële vermogen in spaargeld hebben zitten. Nederlanders zijn daarentegen veel afhankelijker van de waarde van hun eigen woning en aandelen.
In Nederland maakt het eigen-woningbezit ongeveer 57 procent van het de bruto bezittingen uit. In Duitsland heeft onroerend goed een aandeel van bijna 50 procent in het bezit.
Spaargeld is in Duitsland goed voor 32 procent van het bruto vermogen, tegen ongeveer 15 procent in Nederland.
Duitsers hebben bij elkaar nog geen drie procent van hun totale individuele vermogen geïnvesteerd in aandelen, volgens de cijfers van het Bundesverband Deutscher Banken. In Nederland ligt dat percentage - inclusief aanmerkelijke belangen - ruim vier keer zo hoog, blijkt uit de cijfers van het CBS.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl