- Internetondernemer Alexander Klöpping is uitgever van het boek ‘Co-intelligentie. Slimmer werken met AI’ van Ethan Mollick.
- Het boek presenteert vier principes waar Klöpping van denkt dat ze goede handvatten bieden voor samenwerken met AI.
- Het ‘samenwerken’ is hierin de crux. We moeten niet blindelings alles van de technologie overnemen, stelt hij tegenover Binnenlands Bestuur.
- Lees ook: Econoom slaat alarm over AI-hype: er gaat heel veel geld verspild worden door te hoge verwachting over productiviteitswinst
Generatieve AI heeft één groot probleem: het is moeilijk om uit te vinden waarvoor je het kunt gebruiken. Het is iets waar ook de Nederlandse overheid tegen aanloopt. Zo’n 60 procent van de gemeenten in ons land zegt wel wat met de vernieuwende technologie te willen doen, maar weet niet waar en hoe het ingezet kan worden.
Internetondernemer Alexander Klöpping biedt hiervoor wellicht een uitkomst. Om hierin handvatten te bieden, geeft hij het boek ‘Co-intelligentie. Slimmer werken met AI’ van de Amerikaanse hoogleraar management Ethan Mollick in Nederland uit.
Zelf houdt Klöpping zich niet alleen dagelijks bezig met AI, hij geeft ook toe dat zijn gemoed tussen “grote paniek en grote vreugde” schommelt, nu de volledige implicaties van een toekomst met AI steeds meer tot hem doordringen.
Desondanks verwacht wij wel dat Nederlandse bestuurders ook persoonlijk aan de slag moeten met AI-tools. Het is volgens hem zinloos om met iemand over AI te praten die geen besef heeft van wat het is en wat het kan.
Klöpping ging in gesprek met Binnenlands Bestuur om de vier punten te bespreken en wat ze voor gevolgen zouden kunnen hebben voor bestuurders. Belangrijk is volgens hem vooral dat generatieve AI niet wordt gezien als de ultieme oplossing en dat antwoorden van de technologie ook niet klakkeloos overgenomen moeten worden. Er moet samengewerkt worden met AI, maar artificial intelligence moet het werk niet overnemen.