Door een zware explosie op het terrein van het Duitse chemieconcern BASF in Ludwigshafen en de brand die erop volgde, zijn ten minste twee doden gevallen. Dat hebben de plaatselijke autoriteiten maandagavond bekendgemaakt. Naar twee vermiste medewerkers wordt nog gezocht. Zes mensen raakten zwaargewond.
De bedrijfsarts vertelde een persoon met lichte verwondingen te hebben gezien, maar acht het waarschijnlijk dat anderen al elders zijn behandeld. Luchtmetingen hebben uitgewezen dat er geen gevaar voor de volksgezondheid bestaat. Welke stoffen precies zijn vrijgekomen, is nog onduidelijk, evenals de oorzaak van het ongeluk. Er zijn voorzorgsmaatregelen genomen om te voorkomen dat er vervuild water de Rijn in stroomt. Dat lijkt tot dusver niet gebeurd.
De directeur van de vestiging Ludwigshafen, Uwe Liebelt, vertelde dat eerst een aanvoerpijp in het havengebied vlam had gevat. Toen de brandweer arriveerde voor de bluswerkzaamheden, ontstond de ontploffing die tot in de verre omtrek was te horen. De rookpluim was tot buiten de stad te zien. Het vuur, onder meer bestreden vanaf een blusboot, is inmiddels onder controle en moet vanzelf doven.
Het ongeluk gebeurde aan het eind van de ochtend tijdens werkzaamheden aan het netwerk van pijpleidingen, waar grondstoffen doorheen worden gepompt van schepen naar de productieplaatsen in de fabriek. Aanwijzingen voor een aanslag zijn er niet.
Uit veiligheidsoverwegingen zijn zo snel mogelijk twee naftakrakers en twaalf andere petrochemische installaties buiten bedrijf gesteld. De stoffen die nog in de leidingen zaten zijn afgefakkeld. Over de economische schade wilde Liebelt niks zeggen. “Op dit moment is dat absoluut niet mijn grootste probleem. Onze gedachten gaan uit naar de slachtoffers en hun familie.”