Het kabinet gaat 60.000 kilo Nederlands goud (ongeveer 2 miljard euro) dat ligt opgesloten in een kluis in Zwitserland, niet claimen.
Dat besluit is al in 2000 genomen, maar het kabinet vergat de Tweede Kamer daarover in te lichten. Minister Dijsselbloem van Financiën verklaarde dat na Kamervragen van CDA’er Eddy van Hijum, schrijft de Volkskrant zaterdag.
Duitsland roofde in de Tweede Wereldoorlog 146 duizend kilo goud uit de kluizen van De Nederlandsche Bank. De nazi’s verkochten het goud aan de Zwitsers om oorlogsmachinerie te financieren. Het meeste daarvan heeft Nederland nooit meer teruggezien.
Meeste goud was veilig
Overigens was dat niet de volledige goudvoorraad die de Duitsers hebben gestolen. Tachtig procent van al het goud was op tijd naar het buitenland verplaatst. Maar er lag nog wel goud.
Daarnaast moest de Nederlandse bevolking alle gouden munten in 1940 inleveren. De Nederlanders deden dat massaal, waarna de Duitsers het onmiddellijk in beslag namen.
Zwitserland weigerde altijd mee te werken
Na de Tweede Wereldoorlog hebben we na bemiddeling door de Amerikanen een heel klein beetje goud teruggekregen, maar er ligt nog altijd zo'n 60 duizend kilo in Zwitserse kluizen.
De Zwitsers weigeren al decennialang dat goud, waarvan ze hebben geweten dat de Duitsers het gestolen hadden, terug te geven. Ze beroepen zich op een verdrag van vlak na de oorlog, waarin staat dat het land 250 miljoen frank betaalt voor het herstel van Europa, met de voorwaarde dat er geen claims worden gedaan op oorlogsgoud.
In 2000 is de Nederlandse regering ook maar gestopt met zijn pogingen het goud, dat tegen de huidige prijzen ongeveer 2 miljard euro waard is, terug te krijgen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl