Door de vereenvoudiging van het bv-recht is het mogelijk om aandelen uit te geven die wel recht op en winstuitkeringen hebben, maar geen stemrecht. Wanneer is dat nuttig? Wouter van Malenstein van Pelicaan Advocaten legt uit.

Per 1 oktober 2012 is de wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de bijbehorende Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht in werking getreden. Door deze wet is het sindsdien mogelijk geworden om aandelen te creëren waaraan wel winstrecht, maar geen stemrecht is verbonden.

Over de flex bv is veel gezegd en geschreven, maar van de mogelijkheid om stemrechtloze aandelen te creëren wordt in de praktijk nog niet veel gebruik gemaakt.

Hieronder geef ik een drietal voorbeelden van situaties waarin het nuttig kan zijn om van stemrechtloze aandelen gebruik te maken. Wellicht dat het de lezers van Z24 toch op ideeën brengt voor in de toekomst.

1) Familiebedrijven

Bij familiebedrijven komt het van tijd tot tijd voor dat de enig aandeelhouder en enig bestuurder van de vennootschap het aandelenkapitaal in zijn of haar bedrijf graag zou willen verdelen onder de familieleden, zonder dat de zeggenschap binnen de onderneming wijzigt (bijvoorbeeld in verband met de continuïteit van de onderneming).

In dit geval zou deze enig aandeelhouder/bestuurder ervoor kunnen kiezen het aandelenkapitaal te verdelen in aandelen met stemrecht, die hij of zij zelf houdt en aandelen zonder stemrecht, die dan weer verdeeld kunnen worden over alle familieleden. Hierdoor behoudt de enig aandeelhouder/bestuurder zeggenschap, maar geeft hij of zij gelijk het recht op winst en vermogensbestanddelen door aan de familie.

2) Werknemersparticipatie

In het geval een bedrijf haar managers en/of andere werknemers extra wenst te stimuleren voor hun werkzaamheden, kan zij er voor kiezen werknemers deel te laten nemen in het aandelenkapitaal van de vennootschap. Hierdoor profiteren deze werknemers mee van de eventuele (door hen zelf bewerkstelligde) goede resultaten van de onderneming.

Een goede manier om dit mogelijk te maken is het uitgeven van stemrechtloze aandelen aan werknemers, waardoor zij wel meeprofiteren, maar geen zeggenschap verkrijgen op aandeelhoudersniveau.

3) Externe financiering

Een ander voorbeeld waarin gebruik kan worden gemaakt van stemrechtloze aandelen is de situatie waarin een vennootschap behoefte heeft aan externe financiering, maar zij ten gevolge van het aantrekken van die financiering niet de controle/zeggenschap wil verliezen over haar onderneming.

In een dergelijk geval zouden voor de externe financier(s) (al dan niet preferente) stemrechtloze aandelen kunnen worden gecreëerd. Hierdoor wordt door deze financier(s) het voor hen belangrijke recht op winst verkregen, terwijl de vennootschap controle behoudt omdat er geen verwatering van zeggenschap in de vorm van stemrecht optreedt.

Hierbij dient wel bedacht te worden dat een externe financier niet altijd akkoord zal gaan met het volledig uit handen geven van controle. Soms zal een financier het bijvoorbeeld nodig vinden zichzelf te beschermen door uit te onderhandelen dat zij toch controle zal verkrijgen, voor het geval dat zij in de toekomst geconfronteerd wordt met wanprestatie van de vennootschap.

Naast de bovenstaande voorbeelden zijn er tal van andere situaties denkbaar waarin het creëren van (al dan niet preferente) stemrechtloze aandelen nuttig kan zijn, zoals bij het combineren van gelijke zeggenschap met ongelijke inbreng en winstrechten tussen aandeelhouders.

Uiteindelijk gaat het er steeds om het te bereiken doel in de gaten te houden. Wellicht dat stemrechtloze aandelen het middel zijn om dat te bereiken.

Wouter van Malenstein studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is advocaat bij Pellicaan Advocaten en gespecialiseerd in ondernemingsrecht.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl