Beursgenoteerde bedrijven kopen aan de lopende band eigen aandelen in om aandeelhouders te plezieren. Maar ook bij mkb’ers is het soms wenselijk. Wouter van Malenstein van Pellicaan Advocaten legt uit waarom.
De inkoop van eigen aandelen van beursgenoteerde vennootschappen is aan de orde van de dag. Aegon doet het, Philips, Ahold en ook Apple Inc. Maar ook voor besloten vennootschappen kan inkoop van eigen aandelen in sommige gevallen ook een reële optie zijn.
Je vraagt je nu waarschijnlijk terecht af in welk geval een mkb’er eigen aandelen zal inkopen.
Voorbeeld keuze inkoopprogramma
Stel je eens de volgende situatie voor. Je bent één van de drie aandeelhouders van een besloten vennootschap. In de statuten van deze besloten vennootschap is het volgende geregeld. Indien een aandeelhouder zijn aandelen wil verkopen, dient hij zijn aandelen eerst aan te bieden aan de mede-aandeelhouders. De zogenoemde aanbiedingsregeling.
Op het moment dat de medeaandeelhouders de aandelen door bijvoorbeeld financiële redenen niet kunnen kopen van de vertrekkende aandeelhouder, dan zal er een derde partij moeten worden gezocht die de aandelen wil kopen. Dit is vaak niet wenselijk voor de achterblijvende medeaandeelhouders.
Een oplossing is in zo’n geval dat de besloten vennootschap haar eigen aandelen inkoopt. Hiermee voorkom je bemoeienis van een onbekende derde partij die om de hoek komt kijken als aandeelhouder en zeggenschap krijgt in de besloten vennootschap.
Indien de onderneming een familiebedrijf is, kan het aan te raden zijn om in de statuten van de vennootschap een dergelijke bepaling over inkoop op te nemen.
Welke formele eisen gelden er?
Inkoop van eigen aandelen is met verschillende formele eisen omkleed. De eisen kunnen zijn gelegen in de statuten, maar ook in de daarop gebaseerde overeenkomsten en reglementen kunnen voorwaarden en eisen zijn opgenomen die zijn gesteld aan inkoop van eigen aandelen.
De wet stelt eveneens eisen en voorwaarden aan de inkoop van eigen aandelen. Deze wetgeving is op 1 oktober 2012 veranderd naar aanleiding van het invoeren van de Flex bv wetgeving.
De wetgeving met betrekking tot inkopen van eigen aandelen is namelijk versoepeld. Het bestuur beslist over de inkoop van eigen aandelen, tenzij de statuten dit beperken. Voorheen was er een maximum van de helft van het geplaatste kapitaal aan de verkrijging van eigen aandelen gesteld. Nu is deze regel niet meer geldig.
Daarbij merk ik op dat alleen het verkrijgen van volgestorte aandelen is toegestaan, dat wil zeggen dat ooit de nominale waarde van de effecten ooit is gestort in de bedrijfskas. De bv mag ook geen eigen aandelen inkopen als daardoor het eigen vermogen, verminderd met de verkrijgingsprijs, kleiner is dan de wettelijke of statutaire reserves.
Een belangrijke wettelijk regel is dat er een uitkeringstoets geldt bij de inkoop van eigen aandelen. Indien het bestuur op het moment van inkoop van de eigen aandelen wist of kon weten dat Jansen bv bijvoorbeeld niet aan haar opeisbare schulden zou kunnen voldoen, is het bestuur in beginsel hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort bij Jansen bv. Let op, de verkopende aandeelhouder is ook hoofdelijk aansprakelijk voor dat tekort.
Wouter van Malenstein studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is advocaat bij Pellicaan Advocaten en gespecialiseerd in ondernemingsrecht.
Lees ook
Bedrijf verkopen? Stel een geheimhoudingsverklaring op
Paul van der Kwast: neem geen bv om stoer te doen
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl