Sinds het midden van de jaren negentig zijn er zo’n 6,5 miljoen stuks van
verkocht. Maar veel mensen die ooit een lijfrentepolis of een
beleggingshypotheek afsloten, weten nog altijd niet of ze zo’n beruchte
woekerpolis hebben.
Wat is het ook alweer?
Hoewel het begrip woekerpolis lekker bekt, gaat het allerminst om iets
eenduidigs. Gemeenschappelijke noemer is dat het financiële producten
betreft waarbij beleggen voor aanvullend pensioen of aflossing van de
hypotheek, wordt gecombineerd met een overlijdensrisicoverzekering. Dat is
bijvoorbeeld het geval bij bepaalde vormen van lijfrentepolissen en bij
beleggingshypotheken.
Het ik een beleggingsverzekering?
Wie wil weten of hij een beleggingsverzekering heeft, kan terecht bij de
website van het klachteninstituut Financiële Dienstverlening Kifid. Daar is
een lijst te vinden waarop verzekeraars en banken een overzicht geven van
hun beleggingsverzekeringen (zie kader ‘nuttige adressen’). Deze lijst is
echter niet uitputtend. Bij twijfel is het verstandig een financieel
specialist te raadplegen.
Is mijn polis een woekerpolis?
Het begrip woekerpolis suggereert dat je te veel betaalt voor een
beleggingsverzekering. Maar wat is te veel?
Beleggingsverzekeringen kennen verschillende soorten kosten. Grofweg komt het
erop neer dat je periodiek een bedrag in een beleggingspot stopt, onder
aftrek van een aantal kosten. Daar zit de premie voor de
overlijdensrisicoverzekering bij, beleggings- en administratiekosten en de
provisie voor de tussenpersoon.
Ombudsman Jan Wolter Wabeke van het Kifid suggereerde in maart dat polissen
waarvan de jaarlijkse kosten hoger zijn dan 3,5 procent van het opgebouwde
vermogen, onaanvaardbaar zijn. Dit is gerekend exclusief de premie van de
overlijdensrisicoverzekering. Volgens Wabeke moeten verzekeraars de
meerkosten boven de 3,5 procent vergoeden.
Nationale-Nederlanden gaf deze week te kennen zich te willen conformeren aan
de opvatting van Wabeke, en stopte met de verkoop van het product Flexibel
Verzekerd Beleggen. Achmea en Fortis lieten tegenover Het Financieele
Dagblad weten niet zonder meer in te stemmen met de Wabeke-norm.
Zolang verzekeraars en lobbygroepen van mogelijke gedupeerden er niet uit zijn
wanneer een beleggingsverzekering te duur is, kan het nog alle kanten op.
Voor consumenten staan in principe twee routes open: procederen of wachten op
een brede compensatieregeling.
Moet ik naar de rechter?
De stichtingen Woekerpolis Claim en Verliespolis roepen bezitters van
beleggingspolissen dringend op zich bij hen aan te sluiten, om gezamenlijk
druk uit te oefenen op verzekeraars. Woekerpolis Claim richt zich vooral op
specifieke producten van individuele verzekeraars, waaronder bijvoorbeeld
het product Flexibel Verzekerd Beleggen van Nationale-Nederlanden.
Verliespolis probeert tot meer omvattende regelingen te komen met
verzekeraars, vooralsnog zonder succes. De stichting maant mogelijke
gedupeerden in ieder geval een zogenoemde 'stuitingsbrief' naar de eigen
verzekeraar te zenden. Die is via de website van Verliespolis te downloaden.
Over het algemeen geldt een verjaringstermijn van vijf jaar voor
schadevergoeding. Die termijn gaat lopen op het moment dat de consument 'bekend'
is geworden met de schade. Volgens Verliespolis is dat nu in brede zin het
geval. Met een stuitingsbrief kunnen consumenten verjaring van hun claims
voorkomen.
Punt is wel dat er over de hoge kosten van beleggingsverzekeringen nog volop
wordt gesteggeld. Wie mikt op de Wabeke-norm van maximaal 3,5 procent
kosten, kan beter het zekere voor het onzekere nemen en een stuitingsbriefje
naar de eigen verzekeraar sturen. Je weet maar nooit.
Wat doet de politiek?
Minister van Financiën Wouter Bos stuurt aan op een brede overeenkomst tussen
verzekeraars en consumentenorganisaties. Eerste stap daartoe had een
inventarisatie van bureau IFO moeten zijn over verschillende soorten
beleggingsverzekeringen en de bijbehorende kosten.
Dit opzetje is echter verzand in een politieke soap. Bos heeft ruzie met
bureau IFO en wil de opdracht voor inventarisatie neerleggen bij de
financiële toezichthouder AFM. De Tweede Kamer is daarmee vooralsnog niet
akkoord.
Door het politieke gesteggel is een brede schaderegeling waaraan alle partijen
zich conformeren, voorlopig uit zicht.
Naast het veilig stellen van eventuele schadeclaims met een stuitingsbrief,
ligt concrete actie waarschijnlijk pas begin 2009 in het verschiet.
Verzekeraars hebben toegezegd dat ze uiterlijk in 2009, al hun klanten met
beleggingsverzekeringen zullen informeren over de status van polissen en de
bijbehorende kosten. Dat moet houvast bieden om te bepalen of je een
woekerpolis hebt.
Polis stop zetten?
Niet verstandig. Beleggingsverzekeringen zijn vaak langlopende contracten.
Daarbij smeren de verzekeraars de kosten uit over de hele looptijd.
Doorgaans zit in de contracten een clausule die regelt dat bij voortijdige
opzegging, nog te betalen administratieve kosten in één keer worden
verrekend met de waarde van de beleggingspot. Vervroegd stop zetten kan
daardoor zeer duur uitpakken, zeker als er zicht is op mogelijke
schadevergoeding.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl