De Dow Jones-index sloot 0,3 procent hoger op 8799,26 punten. De breder
samengestelde S&P 500-index ging 0,1 procent omhoog tot 946,21 punten.
Technologiebeurs Nasdaq noteerde 0,2 procent lager op 1858,80 punten. De
techaandelen herstelden zich wel wat in de slothandel. Eerder op de dag
stond de Nasdaq meer dan 1 procent in de min.

Verlies Apple en RIM
National Semiconductor, producent van chips voor elektronica, liet weten een
kwartaalverlies te hebben geleden van 64 miljoen dollar. De omzet viel 4
procent lager uit dan in het voorgaande kwartaal en bedroeg 281 miljoen
euro. Het aandeel verloor 6,1 procent. Andere grotere verliezers in de
sector waren Apple (min 2,1 procent) en Research in Motion (min 2,8
procent), de producent van de ‘slimme telefoon’ Blackberry.

"Technologieaandelen gaan van de hand. Ze zijn tot nu toe dan ook de drijvende
kracht geweest op de beurs", stelde een handelaar. Daarmee doelde hij op het
feit dat veel beleggers op een bepaald moment hun winst nemen op aandelen
die flink zijn gestegen.

ConocoPhilips en ExxonMobil
Dat gebeurde ook bij oliefondsen. ConocoPhilips daalde 2,6 procent, terwijl
ExxonMobil 0,4 procent terug moest. De olieprijs daalde met 0,7 procent tot
ruim 72 dollar per vat (van 159 liter). De laatste tijd is de olieprijs
flink opgelopen.

Maar de Dow wist verlies af te wenden. Dat kwam met name doordat beleggers hun
geld wel wilden steken in zogenoemde defensieve fondsen. Zulke aandelen
hebben de reputatie relatief goed te renderen in economisch moeilijke
tijden. Zo won farmaceut Pfizer 0,9 procent, terwijl producent van
levensmiddelen Procter & Gamble er 1 procent bijkreeg. Binnen de Dow was
Bank of America (plus 5,8 procent) een opvallende stijger.

Consumentenvertrouwen gestegen
Enkele macrocijfers hadden schijnbaar weinig invloed op de markt. Uit een
onderzoek van de universiteit van Michigan bleek dat het
consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten in juni is gestegen naar het
hoogste niveau in negen maanden. Maar de uitslag was wel iets lager dan waar
analisten op hadden gerekend. "De economische activiteit trekt de laatste
tijd een beetje aan, maar we zijn nog niet uit de problemen. Als dat al
gebeurt, zal het een tijd duren", stelde de handelaar.

Op de valutamarkt werd voor de euro 1,3990 dollar betaald. Bij het slot van de
beurzen in Europa eerder op de dag kostte een euro 1,4025 dollar.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl