Wie dit jaar een andere auto van de zaak gaat rijden, krijgt te maken met de nieuwe bijtellingsregels. Maar hoe zit het nu met die bijtelling als je in een jaar twee verschillende auto’s rijdt?
Het aantal auto’s dat door dealers nog in 2015 op kenteken is gezet en waarvoor de bijtellingsregels van 2015 geldt, is bijna op. Wie dit jaar van auto wisselt, gaat hoogstwaarschijnlijk meer bijtelling betalen voor het privégebruik van de auto van de zaak.
Zo zijn auto’s die vorig jaar nog onder het tarief van 14 procent vielen, in 2016 goed voor 21 procent bijtelling. De plug-in hybrides verhuizen van de categorie van 7 procent naar de nieuwe van 15 procent (zie de grafiek hieronder).
Bijtelling wordt per jaar berekend, maar je zult natuurlijk zelden op 1 januari van auto wisselen. Dat betekent dat als in een jaar twee verschillende auto’s rijdt, je ook twee keer een ander bedrag bij je inkomen moet optellen.
Rekenvoorbeeld: twee verschillende lease-auto's
Stel dat je tot 1 juli in je 'oude', zuinige rijdt auto met een bijtelling van 14 procent. De cataloguswaarde van die auto bedroeg 20.000 euro. Over een heel jaar gerekend zou je dus 2.800 euro (14 procent van 20.000 euro) bij je bruto inkomen moeten optellen.
Maar omdat je deze auto maar zes maanden lang rijdt, komt de bijtelling voor deze auto uit op de helft, dus 1.400 euro. Per maand tel je dan 233,33 euro bij je bruto inkomen op.
Vanaf 1 juli krijg je een nieuwe leaseauto. De catalogusprijs van de auto is 25.000 euro, de bijtelling bedraagt 21 procent. Op jaarbasis komt dat neer op 5.250 euro (21 procent van 25.000 euro). Per maand is je bijtelling 437,50 euro.
Over heel 2016 tel je dan 6 x 233,33 euro + 6 x 437,50 = 4.025 euro bij je bruto jaarinkomen op.