- In het eerste kwartaal van dit jaar steeg de leegstand van winkels in Nederlandse binnensteden tot 8,3 procent.
- Ongeveer 2.500 van de 31.000 winkels stonden leeg, wat overeenkomt met 433.000 vierkante meter ongebruikte winkelruimte.
- Ondernemers ervaren hoge kosten, waaronder lonen, inkoop en huur, wat heeft geleid tot faillissementen of sluiting van minder winstgevende winkels om kosten te besparen.
- Lees ook: Zwaar weer in de winkelstraat: hogere kosten en lagere bestedingen drukken winstmarge detailhandel
De leegstand van winkels in Nederlandse binnensteden is in het eerste kwartaal van dit jaar gestegen tot 8,3 procent. Dat is een lichte toename ten opzichte van de 8 procent van vorig jaar, zo blijkt uit een nieuw rapport van vastgoedadviseur Colliers. Daaruit blijkt dat vooral relatief kleine stadscentra met leegstand te maken hebben, die bovendien vaak langdurig is.
Van de ongeveer 31.000 winkels stonden in het eerste kwartaal zo’n 2500 leeg, constateert Colliers. Dat komt neer op 433.000 vierkante meter winkelruimte die niet wordt gebruikt. Volgens de vastgoedadviseur kampen ondernemers met hoge kosten, bijvoorbeeld voor lonen, inkoop en huren. “Dit leidt tot faillissementen of sluiting van een deel van de minder lopende winkels om kosten te besparen”, staat in het rapport.
Colliers merkt wel op dat er verschillen zijn tussen binnensteden. Zo gaat het in de vijf grootste steden beter, al steeg ook hier de leegstand tot gemiddeld 6,1 procent. Zo stonden er in Amsterdam 205 winkels leeg en in Rotterdam 155. Colliers benadrukt dat de hoofdstad een groot aanbod heeft, waardoor de leegstand met 4,2 procent percentueel gezien meevalt. In Rotterdam daarentegen, bleef ruim 10 procent van de winkelruimte onbenut.
‘Mensen shoppen liever in grotere steden’
Kleinere steden hebben vooral last van concurrentie van grotere steden, waarnaar mensen uitwijken als zij een dagje willen shoppen. Dit geldt vooral voor steden met 70.000 tot 100.000 inwoners, waar een tiende van de winkels leegstaat. Lelystad voert deze groep aan: in de Flevolandse hoofdstad wordt bijna een vijfde van de winkels niet verhuurd.
Colliers schrijft dat onder meer toe aan outletcentrum Batavia Stad, dat de voorkeur krijgt van het winkelend publiek boven het centrum van Lelystad.
Het zijn vooral grote modezaken, elektronicawinkels en sportketens die verdwijnen uit binnensteden. Volgens Colliers hebben zij niet langer behoefte aan veel verkooppunten, nu veel mensen online hun spullen kunnen kopen. Deze ondernemingen kiezen er vaker voor om één groot verkooppunt als showroom in te richten in een belangrijke winkelstraat.