- De elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen neemt flink toe in Nederland.
- Zowel wind- als zonne-energie leverden fors meer elektriciteit in 2023.
- Tegelijkertijd wordt er minder stroom opgewekt uit fossiele bronnen.
- Lees ook: Accu van je elektrische auto inzetten voor levering van stroom aan het net: mooie kans om netcongestie te voorkomen, maar hoe pakt het financieel uit?
Nederland produceert steeds meer elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. In de zomermaanden komt zelfs ruim de helft van de productie uit bronnen als de zon, wind en water. Tegelijkertijd neemt de elektriciteitsproductie uit fossiele bronnen af. Dit blijkt uit donderdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Volgens het CBS steeg de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen in 2023 met 21 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Over het hele jaar genomen kwam 48 procent van de productie in Nederland uit dergelijke bronnen.
In de zomermaanden, met juli als hoogtepunt, kwam zelfs meer dan de helft van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen.
Tegelijkertijd daalde de productie uit fossiele bronnen, met 12 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Met name uit kolen werd met 38 procent minder geproduceerd dan in het jaar ervoor.
Over heel 2023 genomen waren fossiele bronnen goed voor 58 miljard kWh geproduceerde elektriciteit, over een totaal van 120 miljard kWh.
Sterkste groei bij stroom van windmolens in Nederland
Wat betreft hernieuwbare bronnen was de grootste stijging waarneembaar bij windenergie. Deze bron zorgde in 2023 voor 29 miljard kWh, een stijging van 35 procent ten opzichte van het jaar ervoor.
Volgens het CBS is die toename te wijten aan een groei in windmolenparken in Nederland, zowel op land als op zee. Ook de elektriciteitsproductie uit zonne-energie nam fors toe: door een toename aan zonnepanelen werd er 24 procent meer elektriciteit uit opgewekt dan in 2022. In totaal was elektriciteit uit de zon goed voor 21 miljard kWh in 2023.
In 2023 werd er door Nederland ook meer elektriciteit uitgevoerd: 10 procent meer ten opzichte van het jaar ervoor, in totaal 25 miljard kWh. Het gros (10 miljard kWh) van deze recordhoeveelheid ging naar Duitsland, mede omdat daar de laatste kerncentrale sloot, terwijl België (8 miljard kWh) en het Verenigd Koninkrijk (4 miljard kWh) ook veel afnamen.
Met name de uitvoer naar Duitsland en het VK was fors hoger dan een jaar eerder. Nederland voerde ook meer elektriciteit in: 19 miljard kWh, wat een stijging van 5 procent is ten opzichte van 2022. Desondanks lag de uitvoer hoger, voor het tweede jaar op rij.