Het is geen geheim dat Geert Wilders een groot fan is van de Donald Trump. Hij reisde er afgelopen zomer zelfs voor af naar Cleveland om bij de conventie te zijn waar de Republikeinse presidentskandidaat officieel werd aangewezen.
De vergelijking tussen Wilders en Trump ligt dan ook voor de hand. Maar eigenlijk lijkt Wilders veel meer op Hillary Clinton, als het aankomt op de manier waarop hij zijn debatten voert, zegt oud-wereldkampioen debatteren en oprichter van trainingsbureau Debatrix Lars Duursma.
Zowel Clinton als Wilders bereiden namelijk als geen ander hun debatten voor, en gaan tijdens debatten zeer strategisch te werk.
“Dat zag je bij Clinton eigenlijk al bij het eerste debat, toen ze in de laatste minuten van het debat begon over Alicia Machado (de voormalig Miss Universe die door Trump ‘Miss Piggy’ werd genoemd, red.). Ze had heel goed nagedacht over hoe ze die aanval moest plaatsen”, zegt Duursma.
Volgens de debatexpert zie je dat ook goed terug bij Geert Wilders. “Wilders denkt heel goed na over welke punten hij kan maken. Hij maakt drie interrupties, waarmee hij vervolgens het nieuws haalt.”
Denk bijvoorbeeld aan typische gevallen van framing zoals de 'kopvoddentax', 'Markos Ruttos' of de 'tsunami aan islamisering'; allemaal uitspraken die zijn blijven hangen.
Wilders slimme debatstrateeg
Andere Nederlandse politici denken volgens Duursma veel minder na over zo'n strategie. “Alexander Pechtold, bijvoorbeeld, staat het hele debat bij de interruptiemicrofoon. Op die manier schiet hij eigenlijk met hagel.”
Zo’n strategische aanpak is volgens Duursma erg handig omdat een politicus in een debat eigenlijk vooral nieuwe zieltjes probeert te winnen: “Je trouwe achterban heb je al, dus dat is niet wat je nodig hebt. Hillary richtte haar pitch continu op vrouwen, waarvan ze weet dat ze daar extra stemmen kan halen. Dat was elke keer haar kracht.”
Trump deed tijdens de debatten juist het omgekeerde, zegt Duursma. "Hij kwam de hele tijd met punten waar hij de zwevende kiezer niet mee binnenhaalt. Terwijl de Amerikaanse verkiezingen juist worden bepaald door die 10 tot 20 procent onbesliste kiezers."