Het lijkt onrechtvaardig, maar door de laatsten in de rij het eerst te helpen, worden wachttijden aanzienlijk bekort. Dat zeggen Deense wetenschappers.
Een vloek, zo noemen Deense onderzoekers het principe ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Want daardoor worden mensen aangemoedigd vroeg te komen, om hun plekje vóóraan in de rij te bemachtigen. Het gevolg: wachttijden lopen juist op. Dat schrijft Quartz.
Gedoseerd aanschuiven
Medewerkers van de Universiteit van Zuid-Denemarken bestudeerden wat er gebeurt als mensen in de rij gaan staan wanneer een faciliteit wordt geopend, zoals bij het instappen voor een vliegtuig. Door niet de eersten, maar de laatsten die in de rij aanschuiven te helpen, worden mensen gedwongen om hun gedrag te veranderen, stellen de wetenschappers. In plaats van zich met zijn allen op de ingang te storten, komen mensen gedoseerder bij de rij aan. Die wordt daardoor korter, en opstoppingen worden minder. Het resultaat: een efficiënter systeem.
Die stelling lijkt te worden bevestigd door een ander onderzoek, waarbij wetenschappers bijna 150 proefpersonen op verschillende manieren in de rij lieten staan. De proef ging uit van drie systemen: wie het eerst komt wordt het eerst geholpen, wie het laatst komt wordt het eerst geholpen, en bediening in willekeurige volgorde.
Vroeg komen is een risico
Als de proefpersonen te horen kregen dat ze in willekeurige volgorde zouden worden geholpen, nam de wachttijd af. Die nam nog verder af als de laatst aangeschovene het eerst werd geholpen. De meeste mensen wilden niet het risico lopen te vroeg te komen, om vervolgens als laatste aan de beurt te komen.
Mensen mogen dan per saldo minder lang wachten, met de beleving zit het niet helemaal goed. De proefpersonen ervoeren het 'komt het laatst, maalt het eerst'-systeem als het minst rechtvaardige.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl