1. Wie beslissen over de Europese rente?

Het is een enorm gezelschap dat zich donderdag op de bovenste verdieping van
de ECB-toren in Frankfurt verzamelt. Sinds Malta, Cyprus en Slovenië
meedoen, bestaat de Bestuursraad van de ECB uit 21 personen.

Zes daarvan – waaronder president Jean-Claude Trichet – zijn directielid van
de ECB. De andere vijftien zijn de presidenten van de centrale banken van de
afzonderlijke eurolanden. Deze twintig mannen en één vrouw bepalen het
monetaire beleid.

2. Wie zit er nog meer bij?

Behalve een secretaris, is er aan de vergadertafel plaats voor een
Eurocommissaris – in de regel die van Economisch Zaken, de Spanjaard Joaquín
Almunia.

Ook de voorzitter van Europese Raad van Ministers is volgens het Reglement van
Orde welkom. Van die mogelijkheid wordt niet vaak gebruik gemaakt, maar in
principe zou de huidige voorzitter, de Franse president Nicolas Sarkozy
donderdag als toehoorder mogen aanschuiven.

Daarmee is de vergadertafel vol. Maar er is ook nog een tweede ring. Daar
zitten nog eens vijftien personen. Het zijn de secondanten van de nationale
bankpresidenten, in de regel de vice-presidenten van de centrale banken. Ze
mogen niets zeggen, maar wel luisteren.

3. Hoe komt het rentebesluit tot stand?

Dat is een van de goed bewaarde geheimen van de ECB. Wat we weten is dat
president Trichet de discussie aftrapt met een beschrijving van de
economische situatie in het eurogebied. Waarschijnlijk doet hij daarbij ook
een aanbeveling over de rente.

Vervolgens krijgen alle leden van de Bestuursraad om beurten de gelegenheid
hun mening te geven.

De vijftien nationale bankpresidenten doen dat aan de hand van een analyse die
door de eigen economische afdeling is opgesteld. Het gaat daarbij
nadrukkelijk niet om een analyse van de eigen economie, maar van die van het
hele eurogebied.

In feite wordt het rentebesluit dus zestien keer integraal voorbereid: door de
staf van de ECB, en door die van de vijftien aangesloten landen. Na een
discussie volgt het besluit en wordt een persverklaring opgesteld.

4. Wordt er gestemd over de rente?

In principe zou de bestuursraad met meerderheidsstem over een rentestap kunnen
beslissen. Maar waarschijnlijk is dat nog nooit gebeurd.

Trichets voorganger, Wim Duisenberg, hechtte zeer aan een ‘collegiale
bestuursvorm’, waarbij discussie en argumentatie moest leiden tot consensus.
Een soort monetair poldermodel, waarbij ieder besluit unaniem wordt genomen.

Trichet is in deze traditie doorgegaan. Het nadeel van deze unanimiteit is dat
het de indruk wekt dat de ene maand alle leden van Bestuursraad vinden dat
de rente precies goed is, en een maand later alle leden opeens kiezen voor
een rentestap.

Dat is ongeloofwaardig. Trichet laat daarom de teugels wat vieren. Na afloop
van de vergadering begin juni sprak hij voor het eerst over verschillen van
opvatting binnen de Bestuursraad. Een minderheid van de leden zou de rente
hebben willen verhogen. Zo bereidde Trichet de markt vast voor op de
renteverhoging van aanstaande donderdag.

5. Over welke rente hebben we het eigenlijk?

De ECB heeft niet één, maar wel drie verschillende rentetarieven.

De belangrijkste is de ‘main refinancing operations minimum bid rate’ –
bijnaam: ‘repo-rate’. Om aan geld te komen kunnen Europese banken iedere
week terecht bij een speciale geldveiling van de ECB. Banken bieden dan een
bepaald rentetarief, de hoogste bieders krijgen de lening.

De repo-rate is het minimale rentetarief waarvoor de ECB biedingen van banken
accepteert. Gaat de repo omhoog, dan moeten banken hoger bieden, en wordt
geld lenen duurder.

De twee andere rentetarieven zijn afgeleid van de repo. Banken met een acuut
geldtekort kunnen terecht bij de ‘Marginal lending Facility’, voor een rente
die een procentpunt hoger ligt dan het repo-tarief.

Banken met tijdelijke overschotten kunnen sparen bij de ‘Depicit facility’ van
de ECB, met een rente die er juist een procentpunt onder ligt.

6. Stuurt de politiek stiekem mee?

Een grote monetaire of budgettaire crisis hebben we deze eeuw nog niet gehad
in Europa. Dus de onafhankelijkheid van de Bestuursraad is nog niet echt
getest. Maar op papier is de ECB de meest onafhankelijke bank ter wereld.

Het Europese verdrag en de Statuten van de ECB laten er geen twijfel over
bestaan: "Het is aan de ECB noch aan een nationale bank, noch aan enig lid
van de besluitvormende organen, toegestaan instructies te vragen dan wel te
aanvaarden van instellingen of organen van de Gemeenschap, van regeringen of
van enig ander orgaan." Dat is heldere taal.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl