Ongeveer een kwart miljoen huurwoningen die door de nieuwe Wet betaalbare huur voor het eerst een maximale huurprijs hebben, kunnen vrij makkelijk terug naar de vrije sector als de verhuurder ze verduurzaamt. Dat ziet vastgoedadviseur Envalue na een analyse van 7,1 miljoen woningen in Nederland.

Door de wet valt een derde van de woningen in de vrije sector terug naar het middensegment, dat net zoals de sociale huur nu ook gereguleerd is en waar dus maximale huurprijzen gelden. Vooral slechte of ontbrekende energielabels zijn de oorzaak van die terugval. Het energielabel van een woning weegt namelijk strenger mee bij de nieuwe methode om het aantal WWS-punten van een woning te bepalen dat gekoppeld is aan de huurprijs.

“Vanaf vandaag is de wet een feit en dat heeft absoluut impact op de hoeveelheid WWS-punten”, zegt CEO Jan Verhaegh van Envalue. “Toch ontstaat er voor beleggers een kans om met relatief geringe duurzaamheidsinvesteringen meerdere voordelen naast elkaar te realiseren.”

Volgens de nieuwe wetgeving valt 15 procent van de woningen in het laagsegment, 32 procent in het middensegment en 53 procent in het hoogsegment. Dat betekent dus dat bijna de helft van de huurwoningen nu tot het gereguleerde segment behoort, terwijl dat voor de invoering van de nieuwe wet slechts 16 procent was.

De Wet betaalbare huur is vorige maand aangenomen en is het laatste wapenfeit van demissionair minister Hugo de Jonge. De wet moet ervoor zorgen dat woningzoekenden die te veel verdienen voor sociale huur, maar te weinig voor de vrije sector, makkelijker een woning kunnen vinden.

LEES OOK: Meer woningen verhuurd en lichte huurprijsdaling in eerste kwartaal 2024, maar zorgen om krimpende vrije sector