- Een werknemer ziet zijn loonbetaling verlaagd worden, omdat er beslag is gelegd door een deurwaarder en verwijt de werkgever dat deze vals speelt.
- Er ontstaat een ruzie waarbij de werkgever fysiek optreedt en de werknemer en/of zijn neef vervolgens ernstige dreigementen uiten.
- Dit is echter geen goede reden voor ontslag op staande voet, aldus de rechter.
- Lees ook: Limburgse wijngaard verslikt zich in tijdelijke contracten van Hongaarse arbeidsmigrant en moet flink dokken, bepaalt de rechter
Ruzie maken met een werknemer is altijd riskant voor een werkgever, zeker als de baas daarbij geen gepaste fysieke afstand houdt. Ontsla je een werknemer op staande voet, dan neemt de rechter het gedrag van de werkgever mee in de overweging of dat terecht is, zo blijkt uit een vonnis van de rechtbank Rotterdam dat begin juni werd gepubliceerd.
Hellopack in Rotterdam behoort tot een groep bedrijven met een internationale groothandel in diervoeding, waartoe ook het bekendere Hellopets behoort. Een werknemer die sinds begin 2022 in dienst was bij Hellopack, krijgt na tien maanden hooglopende ruzie. De oorzaak vormt een loonbeslag door de deurwaarder van bijna 1.100 euro per maand waardoor hij van het salaris nog maar 1.756 euro bruto krijgt uitbetaald. Eind van het jaar zal de werkgever een vereffening betalen.
Dat zit de werknemer niet lekker. Hij gaat het gesprek aan met z’n baas en beschuldigt deze van vals spelen, onder één hoedje met de deurwaarder, en noemt hen ‘leugenaars’. Dat pikt de baas niet en zet hem buiten de deur. Volgens de werknemer is hij daarbij geslagen, reden voor hem om de politie te bellen. De dienders gaan het gesprek aan met werkgever en werknemer.
Kort daarna videobelt de werknemer een hem bekende aandeelhouder van Hellopack. Volgens deze aandeelhouder krijgt hij ernstige bedreigingen naar het hoofd geslingerd. Hij doet daarvan aangifte bij de politie. Nog dezelfde dag krijgt de werknemer een brief waarin ontslag op staande voet wordt bevestigd. In de brief staat het volgende:
“Hedenochtend heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen u en onze bestuurder, in het bijzijn van onze extern adviseur, waarbij de meningen over het onderwerp uiteenliepen. Vervolgens heeft u de bestuurder verweten dat hij en de adviseur leugenaars zijn en niet de waarheid spreken. Hierop heeft de bestuurder u verzocht het pand, niet zijnde uw werkadres, te verlaten.
Vervolgens heeft u de politie gebeld met de mededeling dat u bent geslagen. Getuigen hebben de politie ter plaatste laten weten dat hier geen sprake van is geweest. Later in de ochtend heeft u ernstige bedreigingen geuit naar de bestuurder, waarbij getuigen aanwezig zijn geweest. Vervolgens heeft u de ex-bestuurder en huidig aandeelhouders gebeld en doodsbedreigingen aan hun adres geuit.
Los van het feit of de betrokken personen aangifte tegen u zullen doen bij de politie, delen wij u hierbij mede dat de bovenstaande ernstige bedreigingen voor ons aanleiding zijn om u per direct, op staande voet, te ontslaan.”
Ontslag op staande voet na ruzie met 'fysiek' tintje
De werknemer pikt het niet en stapt naar de rechtbank. Daar komt een belangrijk detail aan de orde: de bedreigingen zijn niet (allemaal) door werknemer zelf geuit, maar (ook) via WhatApp door zijn neef.
In de brief worden de dreigementen de werknemer onterecht zelf toegedicht, volgens de kantonrechter. Naar het oordeel van de rechter is dan ook onvoldoende gebleken dat er door de werknemer een grens is overschreden. Bovendien erkent de werkgever dat er fysiek is opgetreden om de man buiten te zetten: weliswaar niet door deze in de nek te grijpen, zoals de werknemer beweert, maar met “een duwtje in de nek”.
Hoe dan ook, vindt de rechter: “Dat de werknemer daarop reageert en dingen zegt die hij achteraf bezien beter niet had kunnen zeggen, is in die context niet geheel onbegrijpelijk". Het had volgens de rechter op de weg van de baas gelegen om de gemoederen te laten bedaren en op een later moment alsnog met de werknemer in gesprek te gaan. Ook had de bestuurder ervoor kunnen kiezen om de werknemer een officiële waarschuwing te geven.
De werkgever wil getuigen laten horen, maar heeft dat verzoek niet goed uitgewerkt, volgens de rechter.
In het vonnis stelt de Rotterdamse rechter vrij eenvoudigweg en verrassend dat Hellopack geen dringende reden had om de werknemer op staande voet te ontslaan.
Dus heeft de werknemer recht op vergoedingen, weliswaar niet de 40.000 euro die hij eist, maar bij elkaar wel ruim 14.000 euro, plus de juridische kosten van de werknemer die nu voor rekening van de werkgever komen. Een pittige rekening voor een uit de hand gelopen ruzie.