- Een werknemer heeft een iPhone van de zaak niet tijdig ingeleverd bij de beëindiging van zijn dienstverband. Er ontstaat bonje over de restwaarde.
- Met de leaseauto van het bedrijf heeft hij boetes gekregen, nadat hij de wagen al had moeten inleveren.
- Het gaat om klein bier, maar de werkgever is de brutaliteit zo zat dat deze naar de rechter stapt.
- Lees ook: Waarom je als werkgever tijd moet besteden aan een werknemer die ontslag neemt
Werknemers moeten na ontslag hun telefoon en auto van de zaak netjes inleveren. Wie verkeersboetes krijgt, terwijl de auto van de zaak al overgedragen had moeten zijn, moet daarvoor opdraaien, zo bepaalde de rechtbank Zeeland-West-Brabant onlangs in een vonnis dat eind april is gepubliceerd.
Een werknemer in Eindhoven van Metro Cash & Carry Nederland B.V. in Amsterdam-Duivendrecht, beter bekend als de Makro, is in per april 2021 ontslagen na een dienstverband van een maand. Hij had onder meer een iPhone SE van de zaak tot z’n beschikking en heeft deze niet ingeleverd.
De werknemer zegt dat hij de telefoon na afloop van zijn dienstverband eerst had voorgemeld bij PostNL en daarop vergat om die daadwerkelijk in te leveren bij PostNL. Hij heeft de telefoon vervolgens in augustus 2021 aangetekend en verzekerd (tot 500 euro) via PostNL verstuurd naar de werkgever.
De werknemer overlegt een bericht van de Klantenservice Consumenten van PostNL, datum 18 augustus 2021: “Tijdens het voormelden van de zending is er een storing opgetreden in de Track &Trace omgeving waardoor het pakket niet meer online traceerbaar is. Onze excuses voor het ongemak. Het depot heeft bevestigd dat de zending is afgeleverd op 16-08-2021 om 10.33 uur.”
Als PostNL het pakket niet meer kan traceren en de werkgever zegt het niet ontvangen te hebben, dan had de werknemer een claim moeten indienen, aangezien het pakket verzekerd is gestuurd. Hij heeft dit echter nagelaten.
Leaseauto te laat ingeleverd en twee verkeersboetes gekregen
De werknemer reed ook een auto van de zaak. Daarmee zijn twee verkeersboetes veroorzaakt eind april 2021, van totaal 135 euro. Hij zegt de auto toen al te hebben ingeleverd en overlegt daartoe e-mails van leasebedrijf Arval, echter zonder datum.
Het bedrijf heeft juist berichten gekregen van Arval dat het ophalen van de auto niet is gelukt, omdat de werknemer niet thuis was op het afgesproken tijdstip. Arval heeft daarop een nieuwe afspraak gemaakt om de leaseauto alsnog op te halen. Die berichten zijn van de eerste week van mei 2021, dus nadat de verkeersovertredingen zijn gemaakt. De ex-werkgever vordert daarom de boetebedragen bij de ex-werknemer.
Deze weigert te betalen en de werkgever laat het er niet bij zitten en stapt naar de rechtbank om 668 euro te vorderen: 135 euro van de boetes plus 533 euro restwaarde van de telefoon. Daar mag de rechter rentekosten aan toevoegen.
In het vonnis stelt de kantonrechter - na een zitting in Tilburg – dat de werknemer met z’n onduidelijke en onjuiste berichten bepaald ongeloofwaardig is. Er is geen enkel bewijs dat het pakket is afgeleverd, behalve de mail over het depot. Maar dit bericht leverde hij pas in tweede instantie in.
Echter, over de restwaarde van de iPhone valt te discussiëren. De werknemer zegt een eerder gebruikte telefoon te hebben gekregen en dat de ‘refurbished’ restwaarde veel minder is dan de geëiste 533 euro. De rechter gaat hierin mee.
Wat betreft de leaseauto is volkomen duidelijk dat hij die niet had ingeleverd op de momenten van registratie van de overtredingen. Dus die 135 euro moet hij betalen, plus 228 euro voor de telefoon. Bij elkaar is dat 363 euro, plus nog wat rente.
Bovendien moet de werknemer als grotendeels verliezer in de zaak nog 500 euro aan diverse juridische kosten ophoesten. Alles bij elkaar geen schokkende bedragen, maar wel een akkefietje dat zo hoog opliep dat de rechter eraan te pas moest komen.