Als je pensioen opbouwt via een werkgever, maar het kan natuurlijk gebeuren dat je werkloos raakt. In de meeste gevallen heb je dan recht op een werkloosheidsuitkering (ww) om het inkomensverlies op te vangen. Maar wat gebeurt met je pensioenopbouw? Blijft die intact of ontstaat er een pensioengat?

Veel Nederlanders bouwen pensioen op in de zogenoemde tweede pijler. Ongeveer 90 procent van de werkgevers heeft een regeling waarin werknemers automatisch sparen voor hun oude dag. Meestal betaalt de werkgever twee derde van de pensioenpremie en de werknemer een derde.

In 2022 waren er ongeveer 6,5 miljoen werknemers die via hun werkgever pensioen opbouwden, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit pensioen is aanvullend op het collectieve ouderdomspensioen (AOW) in de eerste pijler, waar Nederlanders in principe verplicht voor sparen en recht op hebben als ze de AOW-leeftijd bereiken.

Naast de eerste en de tweede pijler kun je ook zelf pensioen opbouwen in de derde pijler. Als je werkgever geen pensioenregeling heeft of als je ondernemer bent, kun je individueel pensioen opbouwen met bijvoorbeeld een lijfrenteverzekering, banksparen of een spaar- of beleggingsrekening.

Zelf pensioen opbouwen in de derde pijler is ook een optie als er sprake is van een pensioengat, wat betekent dat je minder dan 70 procent van het laatst verdiende loon hebt opgebouwd. Er zijn veel redenen waardoor een pensioengat kan ontstaan, bijvoorbeeld omdat je meerdere banen met verschillende pensioenregelingen hebt gehad, omdat je als zelfstandige geen pensioen hebt opgebouwd of omdat je werkloos bent geweest.

De vraag is nu of er ook een pensioengat ontstaat in de periode dat je werkloos bent en een ww-uitkering ontvangt.

In principe bouw je over een ww-uitkering geen pensioen op en stopt je pensioenopbouw dus gedurende de periode dat je een werkloosheidsuitkering ontvangt. Zowel de automatische inleg voor het pensioen als de inleg van je werkgever stopt. Maar er kunnen andere mogelijkheden zijn.

Afhankelijk je werkgever, de cao en het pensioenfonds waarbij je bent aangesloten, kun je misschien toch doorsparen voor je pensioen tijdens de ww-periode. Als voorbeeld geven we hieronder de situatie bij zes grote pensioenfondsen. Je kunt zelf altijd navraag doen bij je eigen werkgever over hoe de pensioensituatie geregeld is in geval van werkloosheid.

Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFWZ)

Bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn kun je na ontslag de pensioenopbouw vrijwillig voortzetten voor maximaal drie jaar. De premie betaal je zelf, tenzij anders is geregeld in de cao of met je werkgever.

Ambtenarenfonds ABP

Bij ambtenarenpensioenfonds ABP slinkt de pensioenopbouw naar 50 procent op het moment dat je een ww-uitkering ontvangt. Dit wordt betaald door de werkgever, als werknemer betaal je geen premie meer.

Wel kun je de pensioenopbouw aanvullen tot 75 of 100 procent van de opbouw tijdens je dienstverband. De aanvraag voor het zelf aanvullen van pensioen moet je binnen 9 maanden indienen nadat je werkloos bent geworden.

De aanvullende pensioenopbouw betaal je zelf, maar het is ook mogelijk om met de werkgever afspraken te maken dat die het pensioen aanvult tijdens de ww-uitkering.

Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT)

Beland je in de ww en ben je aangesloten bij Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT), dan stopt in principe de pensioenopbouw. Maar ook hier kan je ervoor kiezen de opbouw voort te zetten tijdens de ww-periode. Met de regeling ‘Pensioenopbouw tijdens Werkloosheid’ gaat de opbouw voor 70 procent door tot een maximum jaarsalaris van 95.236 euro bruto (2025).

De premie bedraagt dus 70 procent , waarvan de helft door PMT wordt betaald en de helft door jou.

Pensioenfonds Metalektro (PME)

Ook bij pensioenfonds PME stopt de pensioenopbouw bij werkloosheid, maar kun je ervoor kiezen de opbouw voort te zetten. Ook bij PME bouw je dan nog 70 procent pensioen op tot 95.236 (2025) bruto. Wederom wordt de premie fifty-fifty betaald door jou en PME. Pensioenopbouw voortzetten moet je binnen jaar nadat je uit dienst bent getreden aanvragen.

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (BpfBOUW)

Bij pensioenfonds BpfBOUW stopt in principe de pensioenopbouw als je werkloos raakt, maar in sommige gevallen kun je de opbouw voortzetten. Dit is mogelijk via de regeling ‘aanvulling pensioenpremie’ waarvoor voorwaarden gelden, waaronder dat de voortzetting van de opbouw geregeld is in de cao.

Je betaalt hiervoor geen premie. In principe doet de werkgever dat, maar als die dat niet kan vanwege een faillissement, dan kun je bij uitkeringsinstantie UWV aankloppen. Het UWV betaalt de achterstallige pensioenpremie voor maximaal 1 jaar aan het pensioenfonds.  

De regeling ‘aanvulling pensioenpremie’ moet je zelf aanvragen. Het verschilt per sector hoe je dat doet.

Pensioenfonds Grafische Bedrijven (PGB)

Bij Pensioenfonds Grafische Bedrijven (PGB) stopt de opbouw zodra je werkloos raakt. Maar onder voorwaarden kun je tot maximaal 3 jaar pensioen blijven opbouwen. Dit moet je binnen negen maanden nadat je werkloos bent geworden aanvragen.

Kies je voor vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw, dan betaal je de hele premie zelf.

LEES OOK: Verhoging van je pensioen in 2025? Dit doen 7 grote pensioenfondsen met miljoenen deelnemers