Bij verzekeringen kun je vaak kiezen voor extra opties, zoals een no-claimbeschermer bij een autoverzekering en een kostbaarhedendekking bij een inboedelverzekering. Welke zijn de moeite waard en welke zijn zonde van het geld?

Bij het afsluiten van verzekeringen is het verstandig om een onderscheid te maken tussen noodzakelijke, nuttige en nutteloze verzekeringen.

Aan sommige verzekeringen kun je niet ontkomen, omdat ze verplicht zijn. Denk bijvoorbeeld aan een ziektekostenverzekering, een opstalverzekering voor een koopwoning of een autoverzekering met wettelijke aansprakelijkheid.

Daarnaast zijn er klassieke verzekeringen die doen waarvoor een verzekering is bedoeld: je behoeden voor schade die zo groot is dat je deze niet zelf kunt dragen. Hieronder valt bijvoorbeeld een aansprakelijkheidsverzekering of een inboedelverzekering. Deze verzekeringen zijn eigenlijk een must.

De derde categorie zijn verzekeringen die jou in potentie indekken voor grote risico’s, maar waarbij de algemene voorwaarden het verschil kunnen maken. Dit geldt bijvoorbeeld voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor ondernemers, die soms zo veel uitsluitingen kennen dat de hoge kosten niet opwegen tegen de mogelijke baten. Of je deze moet afsluiten, hangt af van de kleine lettertjes.

Tot slot zijn er 'onzinverzekeringen', die vaak meer kosten dan ze opleveren of zoveel zaken uitsluiten dat ze meestal niet de moeite waard zijn. Hieronder valt bijvoorbeeld de huisdierenverzekering.

Aanvullende dekkingen

Bij veel verzekeringen kun je aanvullende dekkingen kiezen. Hierbij kun je dezelfde systematiek hanteren als bij de hoofdverzekering.

Stel jezelf de vraag of deze extra verzekering je werkelijk behoedt voor grote verliezen of dat deze vooral bedoeld is om de kas van de verzekeraar te spekken. Pluis ook de algemene voorwaarden uit om te zien wat is uitgesloten en welke maximale bedragen worden uitgekeerd.

Om de illustreren waar je op moet letten, bespreken we hieronder enkele veel voorkomende aanvullende dekkingen.

Inzittendenverzekering

Wie zijn auto verzekert kan zijn polis vaak uitbreiden met een ongevallen-inzittendenverzekering of de schade-inzittendenverzekering.

Een ongevallen-inzittendenverzekering keert een vast bedrag uit bij overlijden of blijvende invaliditeit of overlijden door een ongeluk. Hoeveel je ontvangt, staat los van de schade die je hebt geleden.

Een schade-inzittendenverzekering vergoedt wél de werkelijke schade van bestuurder en passagiers bij een ongeluk. Denk hierbij aan letselschade, maar ook schade aan je bagage en kleding, een vergoeding voor gederfde inkomsten, smartengeld en uitvaartkosten. Deze verzekering is een stuk uitgebreider dan de ongevallen-inzittendenverzekering en de dekking is ook vaak een stuk hoger.

Een inzittendenverzekering is onzin zou je zeggen, want medische kosten zijn al verzekerd via je zorgverzekering. Je medepassagiers zijn al gedekt via jouw WA-verzekering. En voor jouw eigen schade kun je een beroep doen op de WA-verzekering van de tegenpartij als een ander jou aanrijdt.

Maar in dat laatste schuilt een probleem. Mocht jij zelf schuldig zijn aan het ongeluk, dan wordt jouw schade niet gedekt. Bij een inzittendenverzekering daarentegen maakt het niet uit wie schuld heeft: ook als jij fout zat, krijg je uitgekeerd. Omdat niet eerst hoeft te worden gebakkeleid over de schuldvraag, wordt de schade bovendien sneller afgehandeld.

Een verschil met je zorgverzekering is dat een schade-inzittendenverzekering ook de kosten voor een uitvaart, fysiotherapie of blijvende invaliditeit vergoedt. Daarmee kan een schade-inzittendenverzekering toch zinvol zijn, voor wie volledige zekerheid wil. Een ongevallen-inzittendenverzekering is wat minder aantrekkelijk, vanwege de lagere dekking.

No-claimbeschermer

Een andere aanvullende dekking bij je autoverzekering is de no-claimbeschermer. Hiermee kun je elk jaar één keer een schadeclaim indienen die niet ten koste gaat van je no-claimkorting. Je premie gaat bij één schadegeval het jaar erna dus niet omhoog.

Dat klinkt mooi, maar het aantal schadevrije jaren gaat wèl omlaag als je schade hebt. Zolang je bij je eigen verzekeraar blijft is dat geen probleem. Maar wil je overstappen naar een nieuwe autoverzekering, dan loop je het risico alsnog een hogere premie te moeten betalen.

Vraag je daarom af of de extra premie opweegt tegen het voordeel, zeker als je zou willen overstappen naar een voordeliger autoverzekering.

Aanvullende ziektekostenverzekering

Ook voor uitbreidingen van je zorgverzekering moet je inschatten of de vergoedingen opwegen tegen de extra premie die je betaalt.

Heb je een gezond gebit en volstaan twee periodieke controles per jaar, dan is het de vraag of een tandartsverzekering zin heeft. Maar loop je risico op een dure behandeling of heb je kinderen die waarschijnlijk een beugel moeten hebben, dan is zo'n verzekering wél het overwegen waard.

Check wel de maximale vergoeding, want sommige verzekeringen keren zo weinig uit dat je bij een wortelkanaalbehandeling alsnog diep in de buidel moet tasten.

Dezelfde afweging maak je voor de aanvullende zorgverzekering. Breek je een been, dan is het fijn als je de kosten voor fysiotherapie zelf niet hoeft op te hoesten. Maar hoe zit het met andere behandelingen waarvoor je wel verzekerd bent, maar waar je waarschijnlijk geen beroep op hoeft te doen, zoals een acné-behandeling of een plaswekker?

Inboedelverzekering: buitenshuisdekking

Buiten je huis is verlies of beschadiging van je spullen niet standaard verzekerd via je inboedelverzekering. Ben je op vakantie, dan kun je een beroep doen op je reisverzekering. Maar buiten de vakanties om, kan het handig zijn om je aanvullend te verzekeren.

Het hangt er hierbij natuurlijk wel vanaf of je veel dure spullen bij je hebt, zoals een smartphone of laptop. Informeer ook naar de maximale vergoeding, want die loopt per verzekeraar behoorlijk uiteen. Soms is de dekking zo laag, dat deze aanvullende verzekering geen zin heeft.

Check ook welke spullen worden uitgesloten: is je smartphone of tablet bijvoorbeeld meeverzekerd? En bekijk of alleen diefstal is gedekt of ook verlies.

Annuleringsverzekering: terrorismedreiging

Als je je vakantie moet annuleren omdat je vader overlijdt, kun je een beroep doen op een annuleringsverzekering. Maar er kunnen ook andere redenen zijn waardoor je noodgedwongen je reis moet afzeggen, zonder dat de verzekeraar uitkeert.

Bijvoorbeeld bij een dreiging van terroristische aanslagen, een negatief reisadvies, een aardbeving, orkaan, vulkaanuitbarsting of de uitbraak van een besmettelijke ziekte.

Bij veel verzekeraars kun je je hiervoor aanvullend verzekeren, maar of dat zin heeft, valt te bezien. Bij een negatief reisadvies kan de reisorganisatie je reis vaak omboeken, waardoor alsnog op vakantie kunt. Een verzekering is dan niet nodig.

Ook geldt bij veel verzekeringen een eigen risico. Bovendien kun je je afvragen hoe groot de kans is dat je een beroep moet doen op deze verzekering. Daar komt nog bij dat je de kosten zelf kunt dragen: je hebt de reissom immers al betaald. Dat is een verschil met bijvoorbeeld een aansprakelijkheidsverzekering, waarbij de schade in de tonnen kan lopen.

Reisverzekering: huisdieren

Annuleringsverzekeringen keren alleen uit als een naast familielid iets overkomt. Voor veel huisdierenbezitters voelt een hond of kat ook als lid van de familie. Je kunt je aanvullend verzekeren als je je vakantie moet afzeggen of afbreken als deze ernstig ziek wordt of overlijdt.

Bij deze aanvullende dekking moet je eveneens een afweging maken tussen de extra premie en het risico. Bekijk ook de algemene voorwaarden. Meestal biedt de verzekering alleen dekking bij een levensbedreigende ziekte, die zich binnen zeven dagen voor aanvang van de reis voordoet.

Neem je je huisdier mee op reis, dan kun je deze soms ook bijverzekeren op je reisverzekering, voor medische kosten door ziekte of een ongeluk. Hiervoor geldt wel vaak een maximumvergoeding, die meestal niet de volledige kosten dekt.