ABN Amro heeft een gevoelige tik op de vingers gekregen van het gerechtshof in Amsterdam. Een door de bank verstrekte renteswap is vernietigd, omdat de vastgoedondernemer in kwestie het complexe financiële product nooit afgenomen zou hebben als die de precieze voorwaarden hiervan had begrepen.
De ondernemer dacht dat bij de renteswap een vaste rente hoorde, maar in de praktijk kon ABN AMRO ook opslagen in rekening brengen. Het is volgens organisatie MKB-Claim voor het eerst dat een dergelijke vorm van dwaling wordt toegewezen.
Het gaat nog om een tussenvonnis, maar het hof heeft al wel aangegeven dat het door de ondernemer gevorderde bedrag van dik 2 miljoen euro toewijsbaar is. Beide partijen krijgen nu de gelegenheid om samen een regeling overeen te komen.
Volgens MKB-Claim kan het arrest enorme consequenties hebben, ,,want alle renteswaps van alle banken vallen in potentie onder dit arrest. Alle renteswaps kunnen op deze grond vernietigd worden.” Het ligt volgens de claimorganisatie dan ook voor de hand dat banken ook in andere gevallen met hogere vergoedingen over de brug moeten gaan komen, dan tot nu toe het geval was.
Renteswaps zijn beleggingsproducten die bij het afsluiten van een lening vaak gebruikt worden om de risico’s van een stijging van de rente af te dekken. Banken hebben bij het verstrekken van deze producten in het verleden vaak een te gunstig beeld gegeven van de risico’s. Sommige bedrijven komen hierdoor nu in de problemen.
ING, Rabobank en ABN Amro hebben de afgelopen jaren zo’n 17 duizend renteproducten aan niet-financiële klanten verkocht. Claimclubs zinnen op massale schadevergoeding die in de miljarden kan lopen. Punt is echter dat, net als bij het woekerpolisdossier, er wel individuele uitspraken van rechters zijn, maar dat er nog geen basis ligt voor een generieke schadevergoedingsregeling.
Renteswap-zaak ING
Afgelopen september leed ING een nederlaag bij de rechter in dispuut met een jeansondernemer. De crux in deze zaak was dat ING bij de renteswap een kredietfaciliteit verkocht, een zogenoemde ‘allowancefaciliteit’. Hiermee kreeg de ondernemer de mogelijkheid om bij te lenen, mocht de renteswap verliesgevend worden.
Vanuit het oogpunt van de bank was deze kredietfaciliteit een extra dekking die in principe alleen ingezet zou hoeven worden, op het moment dat het speculatieve renteproduct voortijdig zou worden beëindigd: dan zou de ondernemer bij een verliesgevende renteswap ook daadwerkelijk moeten afrekenen.
De jeansondernemer kreeg de renteswap plus kredietfaciliteit in 2008 in het kader van een commerciële vastgoedtransactie waarbij hij een lening afsloot bij ING. In de jaren daarna werd de renteswap door dalende rentes verliesgevend. In 2011 verhoogde ING in dit kader de omvang van de kredietfaciliteit tot 1,7 miljoen euro.
Toen de jeansondernemer in 2012 van zijn vastgoedlening bij ING af wilde omdat een andere bank een betere rente bood, traden grote problemen op: de aan de renteswap gekoppelde ‘allowancefaciliteit’ stelde ING in staat extra zekerheden te vragen.
Het gerechtshof Amsterdam heeft in het daarop volgende juridische gevecht tussen ING en de ondernemer geoordeeld dat de bank de werking van de allowance-faciliteit niet duidelijk heeft uitgelegd.
bron: ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl