Het aantal werklozen in Nederland is voor het eerst lager uitgekomen dan voor de economische crisis in 2008. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid spreekt van een mijlpaal.
Het aantal werklozen daalde met gemiddeld 7000 per maand tot 307.000 in maart. Zij hadden geen betaald werk en gaven aan recent naar werk te hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar te zijn. Vlak voor het begin van de economische crisis waren er 310.000 werklozen.
In 2008 waren jongeren nog het sterkst vertegenwoordigd onder de werklozen. Sinds april 2014 zijn dat de 45-plussers. Het aantal 15- tot 25-jarige werklozen is sinds eind 2017 lager dan op het laagste punt voor de crisis. Bij de 25- tot 45-jarigen en 45-tot 75-jarigen ligt dit aantal nog altijd hoger. Wel daalde de werkloosheid bij de 45-plussers het afgelopen jaar het sterkst, aldus het statistiekbureau.
De 307.000 werklozen die in maart werden geteld, komt concreet neer op 3,3 procent van de beroepsbevolking. Eind 2018 lag dit percentage voor het eerst onder het laagste niveau van voor de crisis. Dat komt omdat de beroepsbevolking, het aantal werklozen en werkenden tezamen, is gegroeid. De werklozen maken daar dus een kleiner deel van uit.
Bijna 4,1 miljoen mensen hadden om uiteenlopende redenen geen betaald werk, aldus het CBS. Naast de eerder genoemde werklozen ging het om bijna 3,8 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht of bijvoorbeeld niet direct voor werk beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld duizend per maand afgenomen. UWV registreerde eind maart 268.000 lopende ww-uitkeringen.
Koolmees merkt op dat werkgevers tegenwoordig staan te springen om extra handen. "Ik heb goede hoop dat dat kansen biedt aan degenen die nu nog langs de kant staan”, zo zegt hij.