In totaal hebben 12 mensen een bezoekje gebracht aan de maan, dat geldt nog altijd als een van de grootste prestaties van NASA. Zo niet de grootste.
Tijdens het Apollo-programma verzamelden astronauten gesteente, ze namen foto’s, voerden experimenten uit en plantten hier en daar een vlag alvorens huiswaarts te keren. Maar het leidde allemaal niet tot meerdere en langere expedities naar de maan.
Toch zijn er meer dan genoeg redenen om 46 jaar na de laatste maanlanding – in december 1972 – terug te keren naar de enige natuurlijke satelliet van de aarde. En misschien moeten we er blijven.
Wetenschappers en ondernemers verwachten dat een permanente en bemande basis op de maan uiteindelijk zal uitgroeien tot een springplank – en tankstation – voor ruimtereizen die verder reiken dan de maan. Het zal volgens hen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe telescopen, het zal makkelijker worden om op Mars te leven en de nog bestaande mysteries rond het ontstaan van de aarde en de maan oplossen. Zo’n basis op de maan kan zelfs uitmonden in een economie buiten de aarde, bijvoorbeeld rond ruimtetoerisme.
“Een permanent en bemand onderzoeksstation op de maan is de volgende logische stap”, zei voormalig astronaut Chris Hadfield onlangs tegen Business Insider. ‘We kunnen er een hoop nieuwe dingen ontdekken en testen uitvoeren die nodig zijn om dieper de ruimte in te gaan.”
Het zou dus kunnen, maar het is in de afgelopen vier decennia nog niet gebeurd. Veel astronauten en deskundigen denken dat de redenen daarvoor niet liggen bij technische onmogelijkheden, maar even banaal als ontluisterend zijn. Deze redenen moeten dichter bij huis worden gezocht.
Een maanexpeditie is duur, maar niet onbetaalbaar
Tuurlijk, elk ruimteprogramma is peperduur, zeker missies waarbij mensen de ruimte ingaan.
Om een voorbeeld te geven: in maart 2017 ondertekende president Donald Trump een wet waarin staat dat NASA jaarlijks 19,5 miljard dollar (16,6 miljard euro) subsidie krijgt. Dat bedrag kan in 2019 oplopen tot 19,9 miljard dollar.
Beide bedragen klinken als een ruim budget waar het een en ander mee mogelijk is. Maar al die miljarden moeten worden verdeeld over verschillende divisies en projecten, zoals de James Webb Space Telescope, het gigantische raketprogramma genaamd Space Launch System, en missies naar verafgelegen oorden als de zon, Jupiter, Mars, de planetoïdengordel, de Kuipergordel en de randen van ons zonnestelsel.
Ter vergelijking: het budget van de Amerikaanse defensie is 600 miljard dollar per jaar. Een specifiek project dat binnen dat budget valt - de modernisering en uitbreiding van Amerika's nucleaire wapenarsenaal- kost alleen al 1,7 biljoen dollar verspreid over dertig jaar.
Bovendien is het budget van NASA de afgelopen decennia alleen maar kleiner geworden, van 4 procent van het totale overheidsbudget in 1965, tot o,4 procent in de afgelopen 15 jaar, weet voormalig astronaut Walter Cunningham.
Hoewel Trump wil dat NASA terugkeert naar de maan - en later Mars aandoet - kunnen beide ambities weleens te hoog gegrepen zijn nu de kosten voor het SLS-raketprogramma van NASA de pan uit rijzen.
In een rapport uit 2005 meldt NASA dat een terugkeer naar de maan zo'n 104 miljard dollar (88, miljard euro) moet kosten. Omgerekend naar nu is dat zo'n 133 miljard dollar. Het Apollo-programma kostte omgerekend naar nu zo'n 120 miljard dollar.
"Bemande ruimtereizen zijn de duurste en moeilijkste om politieke steun voor te krijgen", aldus Cunningham. "Totdat de politiek er geld in gaat steken, is het slechts gebakken lucht."
Het probleem met presidenten
Het eerste wat de regering-Trump wil bereiken is om astronauten in 2023 weer naar de maan te krijgen. Dat is tegen het einde van Trumps tweede termijn als president, mocht hij herkozen worden.
En daar ligt een ander groot probleem: politici die over hun graf heen regeren.
"Waarom zou je een president geloven die voorspellingen doet over iets dat na zijn presidentschap staat te gebeuren?" zegt Hadfield.
Voor de astronauten gaat het puur en alleen om de missie. Het proces van ontwerpen, fabriceren en testen van een ruimtevaartuig dat mensen naar een andere wereld kan brengen, overstijgt twee presidentstermijnen. Bovendien is een patroon bij de aanstelling van een nieuwe president zichtbaar: ze schrappen rücksichtslos de plannen van hun voorganger.
"Ik zou willen dat de volgende president een budget vrijmaakt waarmee wij het door hem gestelde doel kunnen behalen. Wat de missie ook is", schreef astronaut Scott Kelly, die een jaar in de ruimte verbleef, in 2016.
Maar presidenten en overheden hebben lak aan een eenduidige koers.
Zo droeg de regering-Bush in 2004 NASA op om de Spaceshuttle te vervangen. Het type raket was oud. NASA ontwikkelde het Constellation-programma waarmee astronauten weer naar de maan moesten gaan met vaartuigen genaamd Ares en Orion.
NASA stopte er in vijf jaar tijd 9 miljard dollar (7,6 miljard euro) in het ontwerpen, bouwen en testen van de hardware voor het bemande programma. En toen kwam Barack Obama. De nieuwe president van de VS veegde Bush' plan van tafel en wilde dat NASA ging werken aan de Space Launch System (SLS).
Trump houdt SLS vooralsnog overeind, maar hij paste wel het doel dat Obama voor ogen had aan. Obama wilde een bemande reis naar een asteroïde, Trump wil naar de maan en Mars.
Al die veranderingen leidde tot de ene annulering van een NASA-programma na de andere en een verlies van zo'n 20 miljard dollar (17 miljard euro), jaren van tijd en kansen.
Buzz Aldrin, een van de eerste mensen op de maan, sprak in 2015 het Amerikaanse Congress toe en zei dat de wil om naar de maan te gaan vanuit de politiek moet komen.
Al lijkt de echte motor achter die politiek de Amerikaanse bevolking te zijn. Zij stemt per slot van rekening op de politici. De publieke interesse in maanreizen zijn altijd een beetje lauwwarm geweest.
Zelfs op het hoogtepunt van het Apollo-programma - nadat Neil Armstrong en Buzz Aldrin voet zetten op de maan - dacht slechts 53 procent van de Amerikanen dat het programma het geld en de moeite waard was. Daarna lag dat percentage altijd ver onder de 50 procent.
Momenteel vindt 55 procent van de Amerikanen dat een terugkeer naar de maan een prioriteit moet zijn bij NASA, al denkt slechts een kwart van de bevolking dat het de hoogste prioriteit moet hebben, blijkt uit een peiling in juni. 44 procent zei daarin dat een terugkeer van astronauten op de maan helemaal niet moet gebeuren.
Een bemande expeditie naar Mars kan rekenen op meer steun: 63 procent. 91 procent van de ondervraagden vindt dat NASA eerst en vooral de ruimte af moet schuimen op zoek naar voor de aarde levensbedreigende asteroïden.
En dan zijn er nog de uitdagingen die niets met politiek te maken hebben
Dat het er al ruim veertig jaar niet van komt dat de volgende astronaut landt op de maan, ligt niet geheel aan politieke onwil en budgettaire problemen. De maan is al 4,5 miljard jaar een dodelijke bestemming voor de mens.
Het maanoppervlak ligt vol met kraters en keien die een veilige landing bijna onmogelijk maken. In aanloop naar de eerste maanlanding in 1969 spendeerde de Amerikaanse overheid miljarden aan de ontwikkeling en lancering van satellieten die het maanoppervlak in kaart brachten.
Maar er is een grotere zorg: maanstof.
Madhu Thangavelu, ingenieur verbonden aan de University of Southern California, schreef in 2014 dat de maan bedekt is onder een dunne, talkachtige toplaag van maanstof. Een zeer bijtend en plakkerig materiaal dat elektrisch geladen is door interactie met zonnewind. Ruimtepakken, voertuigen en systemen raken er snel door aangetast.
Peggy Whitson, een astronaut die 665 dagen in de ruimte verbleef, zei onlangs tegen Business Insider dat de Apollo-missies "veel problemen ondervonden door de stof."
"Als we permanent om de maan willen verblijven, moeten we daar iets op bedenken," aldus Whitson.
Dan is er nog het probleem met het licht van de zon. Gedurende zo'n 15 dagen brandt de maan als de hel doordat het direct blootstaat aan de uv-stralen van de zon (de maan heeft geen beschermende atmosfeer). En dan zijn er nog evenzoveel dagen van totale duisternis, waardoor het maanlandschap een van de koudste plekken in het universum is.
"De maan is de meest nietsontziende plek in de ruimte," schreef Thangavelu. "En toch is er geen betere plek waar we kunnen leren hoe we moeten leven buiten de aarde, doordat het zo dicht bij de aarde staat."
Een generatie van steenrijke ruimtefans kan weleens op de maan belanden
Er komt een generatie van ruimtevaartuigen aan die de reis naar de maan kunnen maken.
"Een generatie miljardairs die verzot zijn op de ruimte. Fantastisch", jubelde astronaut Jeffrey Hoffman eerder dit jaar. "De innovatie van de laatste tien jaar in ruimtevaart zou niet bestaan als alleen NASA, Boeing en Lockheed zich zouden bekommeren om ruimtereizen. Omdat er geen aanstalten werd gemaakt om de zaken anders te bekijken dan de manier waarop het al decennia gebeurt."
Hoffman refereert aan het werk van Elon Musk en zijn ruimtebedrijf SpaceX. En naar Jeff Bezos, die het ruimtevaartbedrijf Blue Origin runt.
"Het staat buiten kijf dat we nieuwe manieren van transport nodig hebben als we verder dan de maan willen reizen", aldus Hoffman. "Wat ruimtevaart betreft zitten we nog in de dagen van paard en wagen."
De wens van veel astronauten om terug te keren naar de maan, sluit naadloos aan bij Bezos' langetermijnvisie. Met de in ontwikkeling zijnde raket Glenn wil Blue Origin de eerste maanbasis bouwen. In april zei hij. "Zware industrie zal verhuisd worden buiten de aarde."
Ook Musk verkondigt graag dat zijn Big Falcon Rocket de weg vrij kan maken voor betaalbare bezoekjes aan de maan. Zijn bedrijf SpaceX kan zelfs NASA en Blue Origin verslaan in de race om de volgende bemande vlucht naar de maan: de nieuwste raket van SpaceX is in staat om een kleine spacecapsule voorbij de maan en terug te lanceren.
Astronauten twijfelen er niet aan dat we ooit terugkeren op de maan en naar Mars reizen. Het is slechts een kwestie van tijd.
"Ik denk dat dat uiteindelijk gaat gebeuren, al maak ik het niet meer mee", aldus Lovell. "Ik hoop dat het een succes wordt."