Open data en ‘big data’ zijn hip. Software-ontwikkelaars en grote bedrijven gebruiken de termen graag als buzzwords. Maar heb je er als ondernemer ook echt iets aan? Verrassend genoeg laat de landbouw zien hoe het moet.
Landbouw en veeteelt is een relatief kleine sector in Nederland, zo’n twee procent van het bruto nationaal product maar. Toch valt er ook in zo’n kleine bedrijfstak nog veel te innoveren. Boeren kunnen nu informatie over hun akkers met elkaar delen om nog efficiënter te kunnen ondernemen.
Boer & Bunder is een website waarmee landbouwers veel verschillende informatie kunnen inzien over hun grond. Gedetailleerde hoogtekaarten van hun eigen percelen bijvoorbeeld, zodat ze beter weten waar ze hoeveel moeten sproeien als het droog is.
De web-app geeft open data weer voor alle 1,9 miljoen hectare landbouwgrond. Vandaar ook de naam: een bunder is een oude maat, vergelijkbaar met een hectare.
Anne Bruinsma was met haar adviesbureau Hack Werk Advies één van de drie partijen achter Boer en Bunder. Wat hebben agrariërs nou aan al die openbare gegevens bij het runnen van hun onderneming?
“Als een boer een opdracht geeft aan een loonwerker, dan komt daar nu nog veel papierwerk bij kijken. Dankzij Boer en Bunder kan hij makkelijker bespreken wat er moet gebeuren. Een ander voorbeeld is het verpachten van grond. Gegevens over percelen waren lastig te krijgen, maar nu is gemakkelijk te zien wat iemand te pachten krijgt. En dit is nog maar eerste stap. Hoe meer informatie erin zit, hoe meer je eruit kunt halen.”
Via de site kun je nu per perceel zien wanneer er gezaaid en geoogst wordt, wanneer er verschillende gewassen op het land staan, welke grondsoort er is en wat de hoogteverschillen zijn.
Open data
“Boer en Bunder is een open data platform. We hebben overal relevante gegevens vandaan gehaald en die opgeknipt langs de grenzen van landbouwpercelen. We hebben gegevens gevisualiseerd die eerder ook wel beschikbaar was, maar nogal verstopt zat, onbereikbaar voor eindgebruikers, die agrarische ondernemers.”
Een voorbeeld is de 'groeimonitor' in Boer en Bunder op basis van satellietdata. Die informatie is er al tien jaar, maar veel is er nog niet mee gebeurd. Daar moet nu verandering in komen.
Bruinsma zou zelf bijvoorbeeld graag zien dat boeren beter laten zien wat ze doen aan duurzaamheid. De sector zou wel wat goede PR kunnen gebruiken immers. “Bloeiende akkerranden bijvoorbeeld. Die zie je nu alleen als je er echt langs fietst. Dan krijg je als boer goede reacties. Met Boer en Bunder zou je kunnen laten zien hoeveel mooie natuur er is op het boerenland. Dat geldt ook voor water en duurzaam bodembeheer. Ik denk dat ze daar nu nog wat laten liggen.”
Boeren moeten eigen informatie gaan delen
Met Boer en Bunder kunnen boeren informatie opvragen, maar ook delen met elkaar én met consumenten, partners of kapitaalverstrekkers. “Wij hebben het idee dat boeren data als kapitaal nog onvoldoende benutten, bijvoorbeeld in gesprekken met de bank. Boeren genereren wel veel data maar die blijven op het bedrijf. Ik wil die boer uitnodigen om naar dat kapitaal te kijken en de vraag te stellen: 'wat zou ik, of iemand anders, er nog meer mee kunnen doen?'”
De boeren voelen zich nog wel kwetsbaar, maar Bruinsma denkt steeds meer van hen zullen inzien dat ze ook veel kunnen hebben aan de creativiteit van mensen die veel met data kunnen. Na gesprekken met twintig boeren zijn er zeven die meedoen als de eerste ambassadeurs. “Het was best lastig om boeren bereid te vinden om de koppeling te maken met hun bedrijfsmanagement-systeem. Boeren willen gewoon harde resultaten. Maar ze maken tijdens het gesprek al een soort U-turn. Ze gaan ineens bedenken wat er allemaal nog meer kan.”
Het idee voor Boer en Bunder ontstond tijdens hackatons, sessies waarbij programmeurs, designers, ambtenaren en boeren bij elkaar gingen zitten om slimme dingen te maken. “We hebben toen eerst bekeken hoe ver we met alle data zouden kunnen komen. De boeren moesten eerst wennen aan het idee van open data. Die kennismaking is nog belangrijker dan de resultaten die eruit komen.”
Het ministerie van Economische Zaken steunde het idee vervolgens met 80.000 euro. Dat bedrag werd voor de helft besteed aan bouwen; de rest ging op aan ontwerp en gebruikersonderzoek. “Iedereen heeft het altijd over de waarde die in data zit, maar als die data in je eigen silo's blijft zitten, dan wordt het lastig om extra waarde te genereren. Er zijn heel veel creativiteit en relevantie skills. Door data openbaar te maken nodig je dat uit in jouw sector.”
Sinds de lancering twee weken geleden bekeken al zevenduizend unieke bezoekers meer dan 280.000 percelen. “Ze zijn enorm bij elkaar gaan kijken. En er melden zich nu meer boerenbedrijven.”