Ouderenpartij 50Plus heeft geen boodschap aan de nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Daaruit blijkt dat ouderen er de afgelopen twintig jaar juist erg op vooruit zijn gegaan. Het aantal ouderen onder de armoedegrens is sinds 1995 fors afgenomen, aldus het statistiekbureau.
“Van Mulligen (Pieter Hein van Mulligen, de hoofdeconoom en woordvoerder van het CBS, red.) kan zeggen wat hij wil”, zegt 50Plus-Eerste Kamerlid Martin van Rooijen tegenover Radio 1. “De koopkracht van ouderen blijft achter. En zelfs dalen.”
Uit de cijfers van het CBS blijkt dat ouderen tussen 1995 en 2008 meer te besteden hebben gekregen, maar na de 2009 zijn ouderen er inderdaad meer dan gemiddeld op achteruitgegaan.
Dat wordt volgens het CBS voor een deel veroorzaakt doordat de pensioenen de afgelopen jaren niet of beperkt zijn geïndexeerd. Maar ook omdat ouderen simpelweg geen loonsverhoging meer krijgen of promotie maken, en de werkende bevolking wel.
Van Rooijen betwist de cijfers van het CBS niet, maar wijst erop dat er wordt gewerkt met gemiddelden. “En de gemiddelde oudere bestaat niet.”
Volgens Van Rooijen hebben vooral de nieuw gepensioneerden het goed, omdat zij inderdaad een hoger startpensioen hebben en ook steeds meer vrouwen een aanvullend pensioen krijgen. Er moet volgens hem dan ook worden gekeken naar de “75- tot 85-jarige, die een heel klein pensioentje hadden waarvan het pensioen nu al 10 jaar niet geïndexeerd wordt."
50Plus heeft inmiddels een aardige reputatie als het aankomt op het betwisten van de cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek. Eind vorig jaar was de partij het bijvoorbeeld niet eens met de sterftecijfers van het CBS. Eerder reageerde CBS-hoofdeconoom Van Mulligen ook al dat jongeren het veel moeilijker hebben dan ouderen.