ANALYSE – De Amerikaanse president Donald Trump maakte maandag officieel bekend nieuwe importtarieven te gaan heffen op 200 miljard dollar aan Chinese goederen.
China liet snel weten terug te zullen slaan, waarmee de handelsoorlog tussen de landen definitief in een hogere versnelling is geraakt.
Trump ergert zich al tijden aan het hoge handelstekort van de VS met China. Hij beschuldigt de Chinezen ervan Amerikaans intellectueel eigendom te misbruiken voor eigen gewin.
Omdat China voor een veel groter bedrag goederen exporteert naar de Verenigde Staten dan omgekeerd, kan Trump het geheen-en-weer met importtarieven langer volhouden dan de Chinese president Xi Jinping.
In 2017 importeerden de VS voor zo’n 505 miljard dollar aan potentieel extra te belasten producten uit China. De export naar China bedroeg ongeveer 130 miljard dollar. Het handelstekort bedraagt voor de VS daarom 375 miljard dollar op jaarbasis, een bedrag dat de afgelopen jaren aardig is toegenomen.
Nog weinig reactie van de markt
Trump wil het handelstekort in 2020 al met 200 miljard dollar verlaagd hebben. Vanaf aanstaande maandag hanteert zijn land importtarieven van 10 procent voor de nieuw aangemerkte Chinese producten. In 2019 stijgt dat percentage naar 25 procent als China geen concessies doet op het gebied van handel en intellectuele eigendommen.
Officieel geeft dat Amerikaanse bedrijven wat meer tijd om hun toelevering aan te passen. Maar analisten en beleggers zien reden tot optimisme in deze uitgestelde stijging van de tarieven. Het geeft de kibbelende landen meer tijd om tot overeenstemming te komen en de handelsoorlog te staken.
Ook leeft het idee dat Trump de startdatum van het hoogste importtarief bewust ná de belangrijke congresverkiezingen in de VS heeft gelegd. Hij kan tot 6 november nog goede sier maken met zijn harde maatregelen, en daarna mogelijk toch een streep zetten door het tarief van 25 procent om escalatie en economische schade te voorkomen.
De beurzen reageren dan ook (nog) nauwelijks op de nieuwe slag in de handelsoorlog. In de VS en China en ook in Europa was dindag niets te zien van een paniekreactie.
Hoeveel valt er nog te heffen?
Tot nu toe hadden beide landen voor 50 miljard dollar aan goederen aangewezen voor de heffing van extra importtarieven. Met de nieuwe heffingen komen de VS dus uit op 250 miljard dollar aan getroffen Chinese goederen. China reageert naar verluidt met importtarieven op 60 miljard dollar aan Amerikaanse goederen en zal dus uitkomen op 110 miljard dollar.
De tegenreactie van Trump is in principe al bekend. Zou China terugslaan na de importtarieven die Trump maandag aankondigde, "dan gaan we onmiddellijk door naar fase 3, waarin we importtarieven gaan heffen over nog eens 267 miljard dollar aan goederen", aldus de Amerikaanse president.
In dat geval zou dus de gehele Amerikaanse import van Chinese goederen worden geraakt door de handelsoorlog. Wat kunnen de Chinezen daar nog tegenover stellen?
Eén conventionele en twee onconventionele opties
Omdat van de totale import van 130 miljard dollar uit de VS nu al 110 miljard dollar getroffen dreigt te worden door Chinese importheffingen, stelt de conventionele optie van China niet zo veel meer voor.
President Xi Jinping zou voor nog zo'n 20 miljard dollar aan producten uit de VS extra kunnen belasten. In die zin wordt de handelsoorlog automatisch gewonnen door het land met het grootste handelstekort, dat voor de Verenigde Staten maar liefst 375 miljard dollar bedraagt.
Chinezen bezitten fors deel van de Amerikaanse staatsschuld
Maar China kan ook op andere manieren uithalen en de VS pijn doen. Zo is er nog een andere grote onbalans tussen de twee landen: China is de grootste internationale schuldeiser van de VS. Ruim 1.000 miljard dollar aan Amerikaanse staatsschuld is in handen van de Chinezen.
Als China die schulden terug op de markt brengt, of ook maar suggereert dat het ophoudt met het opkopen van Amerikaanse obligaties, gaat de Amerikaanse rente omhoog en de waarde van de obligaties daarom omlaag.
China kan Apple treffen
De hogere rente zou lenen in de VS duurder maken, wat de economie behoorlijk zou kunnen schaden. Het nadeel voor de Chinezen: naast de dalende waarde van hun overgebleven schuldpapier zou ook de dollar goedkoper worden en de Chinese munt mogelijk duurder. Dan worden Chinese producten in de VS dus automatisch prijziger, wat Trump dus niet slecht zou uitkomen.
De andere onconventionele optie heeft te maken met het feit dat er veel Amerikaanse bedrijven zijn die in China actief zijn. De Chinese overheid kan die bedrijven behoorlijk dwarszitten, als ze daar zin in heeft.
De iPhones die Apple in China maakt zouden bijvoorbeeld als 'bedreiging voor de nationale veiligheid' kunnen worden aangemerkt. Fabrieken zouden gesloten kunnen worden vanwege kleine overtredingen van regelgeving naar keuze.
China kan het leven van de Amerikaanse bedrijven verder onmogelijk maken door partnerschappen te staken of door de productie te verstoren met frequente veiligheidscontroles.
Wanneer twee honden vechten...
Op de lange termijn kunnen Trump en Xi elkaars, maar ook hun eigen economieën behoorlijk schaden. Importtarieven aan beide kanten zorgen voor hogere consumentenprijzen en hogere inkoopprijzen voor fabrikanten. Die zien daardoor hun winstmarges verdampen of zijn genoodzaakt om ook hun verkoopprijzen te verhogen.
Maar misschien zijn er niet alleen maar verliezers. "De handelsoorlog tussen de VS en China biedt kansen om de Europese belangen te bevorderen", zegt Gabriel Felbermayr, directeur van het ifo Center for International Economics, in dinsdag in een persbericht.
"Trump is hopelijk klaar met het aanvallen van al zijn handelspartners tegelijk. Zolang de handelsoorlog tussen Washington en Beijing gevoerd blijft worden, is Europa relatief veilig."