De aandelenmarkten in de Verenigde Staten zakten maandag tegen het einde van de handelsdag opnieuw in het rood.

Amerikaanse beleggers maken zich zorgen over de vooruitzichten voor de wereldeconomie, nu in eigen land de eerste renteverhoging in jaren door de Federal Reserve steeds meer in zicht lijkt te komen.

De leidende Dow-Jonesindex sloot 1,4 procent lager op 16.321,07 punten. De breder samengestelde S&P 500 ging 1,6 procent omlaag naar 1874,73 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq zakte 1,5 procent en eindigde op 4213,66 punten.

Visa verliest 0,3 procent

Geen enkel hoofdfonds in New York hield het hoofd boven water. Creditcardmaatschappij Visa hield de schade nog het best beperkt met een koersverlies van 0,3 procent. De sterkste daler in de Dow was pillenmaker Merck, die 4,3 procent van zijn beurswaarde kwijtraakte.

General Electric werd 1,3 procent minder waard. Het industrieconcern maakte bekend dat zijn vliegtuigleasedivisie zich wil versterken met de overname voor 1,8 miljard dollar van de niet-beursgenoteerde helikopterverhuurder Milestone Aviation.

Opwinding rond sterilisatiefonds

Overnamenieuws zorgde ook bij kleinere fondsen voor wat leven. Zo werd Steris, een producent van sterilisatieproducten voor ziekenhuizen, 0,3 procent meer waard. Het bedrijf wil het Britse Synergy Health kopen voor 1,9 miljard dollar, om zich vervolgens te vestigen in het fiscaal vriendelijkere thuisland van de overnameprooi.

Atlas Energy steeg bijna 15 procent in waarde. Pijplijnexploitant Targa Resources wil twee onderdelen van zijn branchegenoot overnemen voor in totaal 1,9 miljard dollar in aandelen en contanten. Targa zelf leverde meer dan 10 procent in op de beurs.

Koper T-Mobile US haakt af

Telecomaanbieder T-Mobile US staat juist niet meer in de belangstelling van Iliad. De Franse branchegenoot liet weten niet langer een overname na te streven, omdat het Amerikaanse belbedrijf niet bereid is te praten over een verbeterd overnamebod. Een eerder voorstel werd ook al afgewezen. T-Mobile US daalde 2,5 procent.

De euro was 1,2695 dollar waard, tegen 1,2690 dollar bij het slot van de Europese beurshandel. Amerikaanse olie bracht 0,8 procent minder op: 85,15 dollar voor een vat van 159 liter. Brentolie werd 2,3 procent goedkoper en kostte 88,18 dollar per vat.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl