De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag met verlies gesloten. Tegenvallende berichten over de loonontwikkeling in de VS, de dalende olieprijs en twijfels over de aanpak van de lage inflatie in de eurozone drukten de stemming, nadat de verliezen van de eerste week van 2015 in de voorgaande dagen juist waren weggewerkt.
De Dow-Jonesindex eindigde 1 procent in de min op 17.737,37 punten. De brede S&P 500 zakte 0,8 procent tot 2044,81 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq sloot met 4704,07 punten 0,7 procent onder de slotstand van donderdag.
Voorbeurs bleek uit nieuwe cijfers dat de werkgelegenheid in de VS nog altijd stevig groeit. De lonen gingen vorige maand in doorsnee echter omlaag, terwijl op een bescheiden groei werd gerekend.
Banken verliezen flink
De olieprijs zakte na enkele rustige dagen weer weg. Amerikaanse olie werd ruim 1 procent goedkoper en kostte daarmee 48,24 dollar per vat. Olieconcern Chevron verloor 1,7 procent van zijn beurswaarde en stond daarmee onderaan de Dow Jones.
De banken JPMorgan Chase en Goldman Sachs hoorden met minnen van circa 1,5 procent ook tot de grotere verliezers onder de dertig hoofdfondsen. De Dow werd aangevoerd door de fabrikant van netwerkapparatuur Cisco Systems, die 1,5 procent won.
Uitgelekte plannen ECB
Donderdag liepen de beurskoersen aan beide kanten van de Atlantische Oceaan nog stevig op, door de verwachting dat de centrale banken in Europa en de VS de economie de komende tijd blijven steunen. Uitgelekte voorstellen van de Europese Centrale Bank voor nieuwe stappen in de strijd tegen de lage inflatie zorgden vrijdag echter voor teleurstelling in de markten.
Het aandeel Macy's zakte bijna 3 procent. De warenhuisketen maakte bekend in het afgelopen kwartaal flinke kosten te hebben gemaakt voor het sluiten van winkels en reorganisaties.
De euro sterkte aan tot 1,1840 dollar, tegen 1,1835 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl