De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot na een wisselvallige handelssessie ruim
100 punten (1,3 procent) lager op 7365,67 punten. Op het dieptepunt van de
dag stond de Dow bijna 3 procent onder het slot van donderdag, waarmee het
laagste koersniveau in meer dan zes jaar tijd werd bereikt.

De breder samengestelde S&P 500 noteerde aan het einde van de handel een
verlies van 1,1 procent op 770,05 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq
daalde 0,1 procent tot 1441,23 punten. De belangrijkste graadmeters zijn
daarmee alledrie in een week tijd meer dan 6 procent omlaag gegaan.

Volgens mediaberichten zouden de plannen om Amerikaanse banken uit de
kredietcrisis te redden, kunnen leiden tot nationalisaties, waarbij
aandeelhouders met lege handen zouden blijven staan. Het Witte Huis liet
evenwel weten dat het nog altijd de voorkeur geeft aan een private
bankensector.

Ondanks de geruststellende woorden uit Washington moesten vooral bankaandelen
flinke klappen incasseren. Citigroup en Bank of America werden
respectievelijk 22,3 en 3,6 procent minder waard. Eerder op de dag stonden
zij op verliezen van ruim 30 procent. JPMorgan Chase werd 3,4 procent
goedkoper.

Ook autofabrikant General Motors maakte een flinke smak met een koersverlies
van 11,5 procent. GM vroeg vrijdag uitstel van betaling aan voor het Zweedse
dochterbedrijf Saab. Verder waren het vooral recessiegevoelige bedrijven die
onderuit gingen. Elektronicafabrikant General Electric verloor bijna 7
procent. Vliegtuigbouwer Boeing moest 3,4 procent terug.

Kopzorgen over de economie zetten ook de olieprijs verder onder druk. De prijs
van een vat ruwe olie van 159 liter daalde op de termijnmarkt met bijna 1,5
procent tot 39,28 dollar. Eerder op de dag stond de olieprijs tot ruim 5
procent lager. De oliemaatschappijen ExxonMobil, Chevron en ConocoPhillips
werden gestraft met koersdalingen tussen de 1,3 en 5,6 procent.

De twee best presterende hoofdfondsen waren de telefoniebedrijven Verizon en AT&T,
die respectievelijk 2,9 en 1,7 procent in waarde stegen. Beleggers gaan
ervan uit dat consumenten ook in slechte economische tijden blijven bellen
en internetten.

De euro was aan het einde van de handel op Wall Street 1,2845 dollar waard. De
Europese eenheidsmunt noteerde aan het slot van de handelsdag in Europa een
koers van 1,2630 dollar.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl