De Amerikaanse aandelenbeurzen leverden donderdag opnieuw flink in, vooral door slecht nieuws uit China waar bovendien voor de tweede keer deze week een aandelencrash plaatsvond. Op Wall Street, dat nog geen enkele handelsdag in 2016 positief wist af te sluiten, kregen banken en technologiebedrijven de hardste klappen, maar voelde ook de grondstoffensector de turbulentie die het Chinese nieuws veroorzaakte.

De Dow-Jonesindex sloot 2,3 procent lager op 16.514,10 punten. De S&P 500 moest 2,4 procent terug tot 1943,09 punten en de Nasdaq verloor 3 procent tot 4689,43 punten.

De Chinese overheid probeert al maanden met tal van maatregelen de eigen economie vlot te trekken. Na jarenlang alles op de industrie te hebben gegooid, wil de overheid de tweede economie van de wereld voortaan vooral laten draaien op de dienstensector en consumentenbestedingen. In de afgelopen acht dagen zette Peking stappen om de Chinese munt, de yuan, in waarde te laten dalen, maar ook die stappen brachten de financiële markten geen rust.

De Amerikaanse miljardair en befaamde belegger George Soros stelde dat China een enorm aanpassingsprobleem heeft en dat “het op een crisis begint te lijken”. Dit jaar is er, vooral door zorgen over China, wereldwijd al 2500 miljard dollar (2300 miljard euro) aan beurswaarde verdampt.

Op de New Yorkse beursvloeren lagen bank- en technologie-aandelen op koers voor de sterkste koersdalingen in vier maanden. Bank of America, Citigroup en JPMorgan Chase leverden tot 5,1 procent in. Facebook, Amazon, Netflix en Google, die forse koerswinsten boekten in 2015, verloren donderdag tot 4,9 procent.

Olieprijs verder omlaag

Ook de olieprijs daalde, hoewel minder sterk dan eerder op de dag toen de laagste niveaus sinds 2003 werden aangetikt. Amerikaanse olie werd 2,4 procent goedkoper op 33,17 dollar en Brentolie zakte 1,7 procent in prijs tot 33,63 dollar per vat. De olieconcerns Exxon Mobil (min 1,6 procent) en Chevron (min 3,5 procent) verloren terrein.

Koperdelver Freeport-McMoRan kelderde ruim 9 procent nadat de koperprijs voor het eerst in ruim 6 jaar tot onder 2 dollar per pond was gezakt.

De euro was 1,0937 dollar waard, tegen 1,0856 dollar bij het slot van de Europese aandelenmarkten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl