De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 51,70 punten (0,5 procent) lager op een
stand van 11.326,32 punten. De breed samengestelde S&P 500 daalde 7,07
punten, ofwel 0,6 procent, tot 1260,31 punten. Technologiebeurs Nasdaq ging
14,59 punten (0,6 procent) omlaag tot 2310,96 punten.

De markt werd ook beïnvloed door meevallende cijfers over de arbeidsmarkt in
de Verenigde Staten. De werkgelegenheid in de VS nam in juli af met 51.000
banen, terwijl op een afname met 75.000 was gerekend. Het is de zevende
achtereenvolgende maand dat het cijfer daalt. De werkloosheid viel met 5,7
procent wel iets hoger uit dan de 5,6 procent waar analisten gemiddeld
vanuit gingen.

GM maakte voorbeurs bekend een verlies over het tweede kwartaal te
hebben geleden van 15,5 miljard dollar, veel meer dan verwacht. Dat komt
vooral door 9,1 miljard dollar aan buitengewone lasten. Het aandeel van de
grootste autofabrikant van de VS verloor 7,6 procent in de Dow. ,,De
autosector is een ramp momenteel”, aldus een Amerikaanse analist.

De olieprijs steeg met 0,9 procent tot ruim 125 dollar per vat ruwe olie.
Debet hieraan waren hernieuwde zorgen over het nucleaire programma van Iran
dat zorgt voor politieke spanningen tussen dat land en het Westen. Ook
nieuwe aanvallen op oliepijplijnen in Nigeria deden de prijs weer stijgen.

Een oplopende olieprijs drukt zwaar op consumentenbestedingen en zorgt voor
hogere energiekosten voor onder meer bedrijven, waardoor winstprognoses
lager kunnen uitvallen.

Aandelen van machinebouwer Caterpillar, die onder meer bulldozers produceert,
waren niet in trek, evenals die van aluminiumproducent Alcoa. De twee
bedrijven verloren respectievelijk 2 en 4,8 procent.

De Nasdaq werd voornamelijk gedrukt door biotechnologiefonds Biogen.
Het fonds werd bijna 30 procent minder waard. Biogen kreeg vrijdag
verschillende afwaarderingen. Donderdagavond werd bekend dat twee patiënten
die het medicijn Tysabri slikten, een aandoening in de hersenen hebben
ontwikkeld. Tysabri, een medicijn dat de spierziekte multiple sclerose moet
tegengaan, wordt samen met het Ierse Elan geproduceerd.

Sun Microsystems moest ruim 12 procent inleveren. Het computerbedrijf
waarschuwde dat de daling in zijn Amerikaanse verkopen de rest van dit jaar
in ieder geval nog zal aanhouden. Analisten en beleggers vinden dat Sun
achterblijft ten opzichte van zijn concurrenten.

Chevron, het op een na grootste olieconcern van de Verenigde Staten,
boekte in het tweede kwartaal 11 procent meer winst. De resultaten bleven
achter bij de gemiddelde verwachtingen van analisten. Chevron leverde 0,3
procent in. Ook andere energieconcerns gingen omlaag. ExxonMobil en
ConocoPhillips daalden respectievelijk 0,9 en 0,6 procent.

De euro noteerde 1,5555 dollar tegen 1,5585 dollar aan het slot van de handel
op de Europese beurzen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl