De Amerikaanse aandelenmarkten gingen woensdag voor de tweede dag op rij flink omlaag. Na een iets hogere opening kregen zorgen over de mogelijke afbouw van economische steunmaatregelen door het stelsel van centrale banken, de Federal Reserve, toch weer de overhand.
De leidende Dow-Jonesindex sloot 0,8 procent lager op 14.995,23 punten. De bredere S&P 500 verloor ook 0,8 procent en kwam uit op 1612.52 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq ging 1,1 procent omlaag tot 3400,43 punten.
De recente opmars van de effectenbeurzen was vooral te danken aan de stimuleringsmaatregelen van de Fed en andere centrale banken. Nu in ieder geval de Amerikaanse economie aan lijkt te trekken, vrezen beleggers dat die steunmaatregelen zullen worden afgebouwd.
American Express
Creditcardmaatschappij American Express was de sterkste daler bij de hoofdfondsen met een verlies van 2,4 procent. Computermaker IBM, entertainconcern Walt Disney en oliemaatschappij Chevron volgden met verliezen tussen de 1,2 en 1,4 procent.
Computerfabrikant Hewlett-Packard (HP) was met afstand de koploper in de Dow met een koerswinst van 2,8 procent. Topvrouw Meg Whitman zei in een interview met nieuwszender CNBC dat zij voor HP dit jaar nog steeds mogelijkheden ziet voor omzetgroei.
Pfizer
Farmaceut Pfizer behoorde ook tot de weinige winnaars onder de hoofdfondsen. Het bedrijf heeft een schikking bereikt in een bijna 10 jaar slepend dispuut over de verkoop van het namaakmedicijn Protonix in de VS. Met de schikking is 2,15 miljard dollar (1,6 miljard euro) gemoeid. Daarvan is bijna twee derde voor Pfizer.
De euro was aan het einde van de handel op Wall Street 1,3335 dollar waard, tegen 1,3355 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,5 procent tot 95,84 dollar per vat. Brentolie werd ook 0,5 procent duurder, en kostte 103,50 dollar per vat.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl