De Duitse federatie voor de automobielindustrie (VDA) telt inmiddels meer dan dertig verschillende elektrische auto’s van Duitse fabrikanten.
En hoewel het merendeel van deze modellen eruitziet als een conventionele auto (maar dan wel zonder verbrandingsmotor), gaan elektrische auto’s steeds vaker met een vreemd uiterlijk door het leven: doosvormig met extreem gestroomlijnde of smalle banden, veelkleurig of rijkelijk voorzien van led-verlichting.
Kortom, een auto waarvan je meteen denkt: Hé, een elektrische auto!
James Kelly is hoogleraar Transportation Design aan de hogeschool van Pforzheim en hij weet precies waarom het uiterlijk van een elektrische auto vaak zo apart is. Hij sprak onlangs met onze collega’s van Business Insider Deutschland.
‘We zijn gewend aan stereotypen’
Volgens Kelly zijn er twee verklaringen: “We zijn gewend aan stereotype auto’s. Elektrische auto’s zien er in onze ogen zo futuristisch uit omdat de meeste auto’s met verbrandingsmotoren al tientallen jaren hetzelfde ontwerp hebben. Dat heeft zich nauwelijks ontwikkeld. Dat komt door wet- en regelgeving, maar ook door marketing.”
Maar er zijn ook praktische redenen waarom sommige auto's er zo lachwekkend uitzien. Kelly: "Als je dan toch een accu onder in een auto kunt plaatsen, waar heb je dan nog een motorkap voor nodig? Anderzijds: kijk naar Tesla, dat is toch eigenlijk helemaal niet zo futuristisch?"
Natuurlijk is een ontwerp ook een kwestie van smaak. Maar hoe weten de autofabrikanten welk ontwerp aanslaat bij de consumenten? Volgens Kelly is dat een kwestie van feedback genereren op de grote motorshows als Genève, Parijs of Frankfurt. "Maar een fabrikant weet nooit wat een model doet voordat het op de markt is verschenen. En hoewel veel fabrikanten nog steeds vasthouden aan beproefde designs, zie je verandering. Juist omdat er zo veel verandert, is het verleden geen ijkpunt meer. Dat maakt het bijzonder spannend."
Mensen willen in een auto rijden, niet in een UFO
Volgens Kelly komt het huidige onderzoek grotendeels voor rekening van partijen als Tesla en BMW en kijken andere fabrikanten afwachtend hoe die modellen het doen bij de consument.
Overigens slaan die soms ook de plank mis, meent Kelly. "Neem de vleugeldeuren van Tesla. Het doorslaggevende argument was: het ziet er cool uit, laten we doen. Dat is niet de goede aanvliegroute. Ik zou zelf nooit een elektrische auto met scharnierende deuren bouwen: veel te zwaar en bij het openen van de deuren gaat er veel warme of koude lucht verloren, het verwarming- of airconditioningsysteem moet immers worden geactiveerd, wat weer stroom verbruikt."
Vergeleken met veel elektrische auto's zien de Tesla-modellen er heel conventioneel uit. Want is dat niet precies wat veel klanten willen: een e-voertuig dat er klassiek uitziet en niet als een of andere UFO? Klopt, denkt Kelly, veel modellen 'landen niet' in de consumentenmarkt. Kelly denkt dat de aanpak van Tesla een tussenfase is en dat sommige ontwerpen, zoals BMW's i-modellen of Volkswagens' I.D.-serie, iets té futuristisch of te geavanceerd zijn voor de huidige markt.
Kelly: "BMW doet momenteel veel onderzoek en heeft een voorsprong op dat gebied, want het e-voertuig is niet alleen goed voor het imago en de toekomst van mobiliteit, het heeft ook een positief effect op de andere auto's van het merk. Hoewel het soms een beetje te veel van het goede is, kan BMW het zich veroorloven."
Dat geldt niet voor Tesla. Althans, dat vindt Kelly: "Vleugeldeuren en brede banden zijn in tegenspraak met het basisidee van een elektrische auto. Tesla mag wat dat betreft iets strenger zijn."
Demografie en status verklaren succes elektrische auto
Voor sommige consumenten moet een elektrische auto ook echt herkenbaar zijn als een elektrische auto, omdat ze daarmee een statement willen maken. Volgens Kelly is dat belangrijk, maar speelt iets heel anders ook een rol: demografie.
"Jongeren zijn minder dan vroeger enthousiast over voertuigen. Bovendien zijn ze veel milieubewuster dan oudere generaties", aldus de hoogleraar. De auto is niet meer sexy. Kelly wijst erop dat automagazines niet meer zoals vroeger voorin de schappen van de kiosken liggen.
Ontwerpers moeten volgens Kelly dus iets doen om het product op de lange termijn aantrekkelijker te maken en enthousiasme op te wekken.
Kelly hoopt dat nieuwe generaties consumenten er al van uitgaan dat nieuwe auto's een nieuwe, andere esthetiek hebben. In andere productgebieden wordt stilstand niet geaccepteerd. De komende vijf jaar zullen cruciaal zijn als overgangsfase: "Als een ouderwets ontwerp in de perceptie van de consument gekoppeld wordt aan ouderwetse technologie, dan is er kans op iets nieuws. Ontwerpers zijn tot nu toe te terughoudend geweest . En klanten ook."