Enorme investeringen in de productie van vloeibaar aardgas komen in bedrijf nét op het moment dat de prijs op een dieptepunt is beland. Producenten zullen lang moeten wachten op de beloofde gouden tijden. 

Rond het jaar 2011 leek vloeibaar aardgas (LNG) een gouden toekomst te hebben. Olie was duur, steenkool was vies, en opkomende landen en elektriciteitscentrales zouden om gas zitten te springen. Tegen 2030 zou gas wel eens steenkool vervangen kunnen hebben, was de verwachting. Ook de energiesector was opgetogen. Er werden enorme bedragen geïnvesteerd in vloeibaar-aardgasprojecten in landen als Australië, Papoea Nieuw-Guinea, en de Verenigde Staten.

Steenkool weer populair

Toen gebeurde iets wat niemand had verwacht, schrijft de Economist. Steenkool werd weer populair voor stroomopwekking. Vooral in Europa, waar het systeem voor de handel in uitstootrechten slecht functioneert. Daardoor werd de energiesector niet tot een milieuvriendelijker alternatief gedwongen. En omdat er volop goedkope steenkool op de wereldmarkt kwam.

Voeg daarbij de keldering van de olieprijs, en de prijs van vloeibaar aardgas ging door het putje. Deze maand kostte één miljoen Britse warmte-eenheden (MMBTU, ongeveer 1055 megajoule) ongeveer 2,75 dollar op de Amerikaanse markt, en 6,65 dollar op de belangrijke Japanse markt.

Miljardenprojecten komen in bedrijf

En die pijnlijke spagaat voor de energiebedrijven wordt alleen maar erger: het ene na het andere project komt in productie, wat het aanbod vergroot, en de prijs verder naar beneden drijft.

Volgend jaar gaan twee enorme projecten in Australië produceren: het Wheatstone-complex van Chevron (investering: 30 miljard dollar) en het Prelude-project van Shell (geschat op 13 miljard dollar.) Vorig jaar mei ging een 19 miljard dollar kostende installatie van Exxon in Papoea Nieuw-Guinea al van start.

Nieuwe investeringen in de vrieskist

Tot 2018 neemt de wereldexport naar verwachting met een derde toe, van 290 miljoen ton per jaar in 2013 naar bijna 400 miljoen ton per jaar. Tegen 2020 zal Australië zijn exportcapaciteit hebben verdriedubbeld, en 's werelds grootste zijn.

Van de weeromstuit gingen plannen voor nieuwe grote investeringen de vrieskist in. Op de korte termijn ziet het er niet goed uit voor de producenten. Concurrentie van andere energiebronnen is groot, en afnemers Europa, China en Japan hebben te maken met teruglopende of zwakke economische groei. Amerikaanse gasexporteurs zouden wel eens verlies kunnen draaien.

Rijden en varen op gas

Maar de langere termijn geeft een beter plaatje te zien. De vraag uit Zuid-Amerika neemt toe. Bovendien zou gas zich snel kunnen ontwikkelen als vervoersbrandstof.

Meer auto's op gas laten rijden is één van de manieren waarop de auto-industrie kan voldoen aan steeds strengere uitstootnormen. De Indiase spoorwegen schakelen over op locomotieven op aardgas onder druk (CNG). En milieueisen maken dat scheepsbouwers overschakelen op scheepsmotoren op LNG.

Omdat er geen nieuwe projecten op stapel liggen, neemt de vraag in de toekomst wellicht sneller toe dan de productie. In dat geval breken alsnog gouden tijden aan voor gasproducenten.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl