De Japanse yen is deze week weer in waarde gestegen, terwijl de centrale bank een negatieve rente hanteert. Hoe kan dat?
De Japanse yen bereikte deze week ten opzichte van de Amerikaanse dollar het hoogste niveau sinds oktober 2014.
De Japanse centrale bank zal niet blij zijn met de recente stijging van de yen. Een sterkere yen maakt de producten van Japanse bedrijven in het buitenland duurder en schaadt daarmee de export van het land.
De Japanse centrale bank hield bij de rentevergadering van begin deze week nog zijn kruit droog, maar zal naar verwachting bij de volgende vergadering in april meer maatregelen nemen om de yen weer goedkoper te maken.
Negatieve rente
De Japanse centrale bank verraste de markt eind januari nog met het besluit een nieuw wapen in te zetten tegen de aanhoudende inflatiestrijd. In navolging van de Europese Centrale Bank (ECB) en de centrale banken van Denemarken, Zweden en Zwitserland, voerde de Bank of Japan een negatieve rente in op haar depositorekeningen. Japanse banken moeten daardoor betalen om geld bij de centrale bank te stallen.
De BoJ hoopt daarmee de banken aan te sporen om meer kredieten te verstrekken aan bedrijven en consumenten. Dit moet ertoe leiden dat de economische groei en de inflatie worden aangejaagd.
Kritiek rentebeleid
De rentestap leidde ook tot veel kritiek. De invoering van de negatieve rente zou vooral zijn bedoeld om de yen goedkoper te maken en toonde volgens de critici aan dat de centrale banken wanhopig zijn geworden en hun greep op de financiële markten dreigen te verliezen. De critici vrezen dat de invoering van negatieve rentes vooral zal leiden tot een valutaoorlog, die schadelijk is voor de wereldhandel.
Tot nu toe lijken valuta van de landen met negatieve rentes echter juist in eerder waarde te zijn gestegen in plaats van gedaald. De twijfel over de effectiviteit van het beleid van centrale banken is daardoor volgens The Wall Street Journal eveneens toegenomen.
Sterkere yen
The Wall Street Journal gaf onlangs ook een aanvullende verklaring voor de versterking van de yen en die heeft te maken met handelsposities van beleggers. De stijging van de Japanse munt was volgens de zakenkrant grotendeels te danken aan de afwikkeling van een zeer populaire beleggingsstrategie onder buitenlandse investeerders.
Buitenlandse investeerders kochten eerder Japanse aandelen en namen tegelijkertijd een shortpositie op de yen. Met dat laatste speculeerden ze op een waardedaling van de Japanse munt.
Op het moment dat deze buitenlandse investeerders hun Japanse aandelen begonnen te verkopen, bouwden ze tegelijkertijd hun negatieve gok op de yen af. Dit zorgde ervoor dat de Japanse munt in waarde begon te stijgen.
De waardestijging van de yen veroorzaakte op zijn beurt weer een verder verkoopsignaal voor de Japanse aandelen, aangezien veel Japanse exportbedrijven afhankelijk zijn van een goedkope munt om hun winsten op peil te houden. Dit is een voorbeeld van een klassiek terugkoppelingsmechanisme met verpletterende gevolgen voor de markt.
De buitenlandse investeerders hebben in Japan ook aardig wat in de melk te brokkelen. Zo'n 60 procent van alle handel op de beurs in Tokio komt voor rekening van buitenlandse partijen. Tien jaar geleden bedroeg dit nog 38 procent.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl