68 van de 415 Nederlandse pensioenfondsen moeten door hun slechte financiële
positie per 1 april korten op de pensioenen. Dat treft in totaal 5,6 miljoen
mensen in hun portemonnee.

Hoe komt het dat sommige pensioenfondsen het goed doen en andere niet ?
Volgens Theo Kocken, hoogleraar risicomanagement aan de Vrije Universiteit
(VU), liggen drie factoren daaraan ten grondslag.

1) PENSIOENPREMIES

Een belangrijke factor zijn de premies die worden afgedragen om later de
pensioenen te kunnen betalen. Bij sommige fondsen komen meer premies binnen
dan nodig voor het pensioen dat wordt opgebouwd. Een soort buffer dus.

Bij de grote pensioenfondsen in de metaal bijvoorbeeld kunnen werkgevers en
werknemers niet zo’n hoge buffer betalen. Die fondsen staan er nu slecht
voor omdat ze geen extreem hoge reserves hebben.

Daarom kunnen ze ook de toename in levensverwachting moeilijk opvangen. Omdat
mensen ouder worden, zijn de pensioenverplichtingen van de fondsen sinds het
midden van de jaren 90 alleen al met 15 tot 20 procent toegenomen.

Pensioenfondsen die meer premies ontvangen in verhouding tot wat ze aan
pensioen beloven, staan er over het algemeen veel beter voor. Bij het
pensioenfonds voor de huisartsen bijvoorbeeld is de pensioenafdracht
anderhalf tot twee keer zo hoog als nodig is voor wat ze beloven. Ze beloven
minder, maar hebben dus een enorme natuurlijke buffer die ze uitdelen aan
hun deelnemers zolang het goed gaat.

2) LEVENSVERWACHTING

De toename van de levensverwachting verschilt per pensioenfonds. Bij sommige
fondsen is de levensverwachting van pensioengerechtigden dan ook sneller
toegenomen dan bij andere fondsen. Dat kan al gauw een kleine 10 procent
schelen. Ook dat is een reden dat sommige pensioenfondsen hogere
verplichtingen hebben dan andere en meer moeten korten.

3) BELEGGINGEN

Pensioenfondsen hebben gemiddeld genomen redelijk tot goede
beleggingsresultaten behaald. Het gemiddelde vermogen van de fondsen is de
laatste 5 jaar met 30 procent gestegen, maar hun verplichtingen zijn
gemiddeld met 86 procent gestegen. Dat komt omdat mensen ouder worden en
door de lage rentestand.

Sommige fondsen dekken zich in tegen rentedalingen, onder meer door meer
langlopende obligaties te kopen. Die worden bij een dalende rente meer
waard. De kans op 'afstempelen', het korten op de pensioenen, wordt daardoor
kleiner.

Lees ook:

Deze pensioenfondsen moeten dit jaar korten

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl