- Luchtvaartmaatschappijen gebruiken steeds meer vliegtuigen met een smalle romp om de Atlantische Oceaan over te steken, wat gelijk nieuwe routes opent.
- Nieuwe vliegtuigen met één gangpad bieden meer efficiëntie en flexibiliteit.
- De Boeing 757 was vroeger het belangrijkste transattlantische vliegtuig, maar verliest marktaandeel aan Airbus.
- Lees ook: Zo kan het vliegtuig van de toekomst eruitzien: bekijk de V-vormige designs van startups, Airbus en de TU Delft.
Nieuwe vliegtuigen met een smalle romp, ontworpen voor langeafstandsvluchten, veranderen de luchtvaart. De evolutie is grotendeels ingegeven door het toegenomen gebruik van de Airbus A321neo, een kleiner vliegtuig dat verder kan vliegen dan eerdere vliegtuigen met één gangpad. De langste variant, de onlangs gelanceerde A321XLR, kan tot 11 uur non-stop vliegen en tot 240 mensen vervoeren.
Deze vliegtuigen zijn populair bij luchtvaartmaatschappijen, omdat ze nieuwe routes openen op populaire bestemmingen, waarvoor vroeger een breed vliegtuig met hoge capaciteit nodig was. Denk aan de Boeing 767 of de Airbus A330. De flexibiliteit die de kleinere vliegtuigen hebben, zorgt ervoor dat luchtvaartmaatschappijen verschillende cabines kunnen aanbieden, zoals all-economy of een mix van business en coach.
Luchtvaartmaatschappijen krijgen met de smallere vliegtuigen ook een relatief grote actieradius.
In 2024 zijn er 39.000 vluchten tussen Noord-Amerika en Europa gepland met vliegtuigen met één gangpad van Boeing en Airbus, volgens gegevens van Cirium, een bedrijf dat luchtvaartanalyses uitvoert. Dat is een stijging van 14 procent ten opzichte van het voorgaande jaar en 40 procent meer dan in 2019.
Airbus is pionier in verschuiving naar vliegtuigen met een smalle romp en één gangpad
De nieuwe focus op vliegtuigen met één gangpad die lange vluchten aankunnen, is een zegen voor Airbus.
Luchtvaartmaatschappij JetBlue begon in 2021 met zo'n 400 vluchten tussen New York en Europa met zijn A321neoLR's. In 2024 worden er al 7.200 vluchten met het toestel gemaakt tussen de VS en Europa.
De ingebruikname van de A321XLR bij de Spaanse luchtvaartmaatschappij Iberia heeft gezorgd voor nog eens 1.400 vluchten voor 2025, volgens Cirium. Er zullen er nog meer volgen, als dit toestel aan meer luchtvaartmaatschappijen wordt geleverd.
Deze groei is ten koste gegaan van de de Boeing 757. Het vliegtuig is al sinds de jaren 1980 het vaste transatlantische toestel, maar vertegenwoordigt nu nog maar 23 procent van de vluchten van en naar Europa, tegenover 82 procent in 2019.
Omdat er geen vervanger beschikbaar is, wenden luchtvaartmaatschappijen zich tot de A321XLR - wat de weg vrijmaakt voor Airbus om de groeiende markt verder te domineren.
Vliegtuigen met smalle romp zijn goedkoper voor lange afstanden
Voordat langeafstandsvluchten met één gangpad populair werden, was het voor luchtvaartmaatschappijen niet altijd rendabel om op bepaalde steden te vliegen met grotere vliegtuigen, omdat deze grotere vliegtuigen niet altijd vol zaten en dus niet genoeg geld opbrachten.
Dit was een reden om te stoppen met rechtstreekse vluchten naar kleinere bestemmingen, waardoor passagiers één of meer tussenstops moesten maken om deze vaak kleinere steden te bereiken.
Nieuwe vliegtuigen met een smalle romp lossen dit probleem op dankzij hun krachtige motoren, brandstofefficiëntie en lagere gewicht.
United Airlines gebruikt bijvoorbeeld straalvliegtuigen met één gangpad voor steden waar andere maatschappijen niet op vliegen, zoals die van Newark Liberty naar Malaga in Spanje en van Chicago naar Shannon in Ierland.
De IJslandse budgetmaatschappij Play heeft ervoor gekozen om uit kostenoverwegingen de Airbus "narrowbodies" te gaan gebruiken tussen de VS en Europa.
Modellen met één gangpad bieden veelzijdige opties
Een van de redenen waarom luchtvaartmaatschappijen zoals United en Iberia kiezen voor vliegtuigen met één gangpad, is dat ze hun routes kunnen aanpassen aan de vraag.
Uit gegevens van Cirium blijkt dat Iberia van plan is om in de zomer van 2025 dagelijks met twee A321XLR's tussen Madrid en Boston te vliegen, met elk een capaciteit van 182 mensen.
Hierdoor kan Iberia aan de vraag voldoen, zonder de route uit te breiden met twee A330's met 288 passagiers of potentiële klanten te verliezen door te vliegen met slechts één, groot toestel.
Door met twee vliegtuigen met één gangpad over de Atlantische Oceaan te vliegen in plaats van één widebody, kan de dagelijkse frequentie worden verhoogd van één naar twee en krijgen reizigers meer flexibele opties.
Luchtvaartmaatschappijen zoals Tap Air Portugal en het Ierse Aer Lingus wisselen het hele jaar door tussen A321neo en A330 vliegtuigen en vliegen tijdens de zomer- en vakantiemaanden met het grotere vliegtuig, aldus Cirium.
Vliegtuigen met één gangpad vliegen niet altijd langeafstandsvluchten. Hun veelzijdigheid, vooral die van de vorige generatie A321neo's en de Boeing 757, stelt luchtvaartmaatschappijen in staat om ze eventueel in te zetten op korte of middellange afstandsroutes.
Delta Air Lines heeft haar 757 trans-Atlantische vluchten in de loop der jaren verminderd ten gunste van meer binnenlandse routes, aldus Cirium.
"Widebodies" hebben niet dezelfde flexibiliteit, behalve op een paar zeer veeleisende routes, zoals New York naar Los Angeles.
Flexibiliteit bij inrichting cabines
Een van de aantrekkelijke kanten van deze kleine, maar krachtige vliegtuigen is hun veelzijdigheid. Ze passen bij zowel klassieke luchtvaartmaatschappijen als bij de budgetmaatschappijen, met verschillende cabine-indelingen.
Sommige luchtvaartmaatschappijen, zoals JetBlue en Aer Lingus, rusten hun A321LR's uit met een business- en economy class. De Hongaarse low-cost luchtvaartmaatschappij Wizz Air wil juist met een all-economy A321XLR-cabine vliegen, waar zelfs water extra kost. Aan de andere kant heeft de Franse La Compagnie all-business-class A321LR's.
Vliegen in toestellen met één gangpad over de Atlantische Oceaan verschilt niet heel veel van een lange vlucht over het eigen continent. Bovendien kun je bij vluchten met één gangpad sneller aan en van boord gaan, wat voor passagiers een voordeel kan zijn - vooral als een overstap relatief kort duurt.