ANALYSE – China trapte vrijdag haar tweede internationale forum af voor het zogenoemde Belt and Road Initiative (BRI), ook wel de Chinese Nieuwe Zijderoute genoemd. Vertegenwoordigers uit meer dan 150 landen, maar ook van de Verenigde Naties en het Internationaal Monetair Fonds zijn hiervoor naar Beijing afgereisd.
Een land schittert door afwezigheid: India.
Het land heeft besloten om niet deel te nemen aan het forum over het Chinese miljardenproject om een infrastructureel netwerk te bouwen dat over het Euraziatische continent loopt. Het is niet de eerste keer dat India zich onttrekt aan bijeenkomsten over de Nieuwe Zijderoute.
Grote twijfels over de Nieuwe Zijderoute
In mei 2017 sloeg premier Narendra Modi eenzelfde bijeenkomst ook al over. Het jaar daarna maakte hij bekend het grote economische project niet te zullen steunen. Volgens de Indiase leider zorgt het project voor “territoriale bedreigingen en risico’s voor de soevereiniteit” van alle deelnemende landen.
China gaf eerder aan dat de afwezigheid van India, een concurrerende regionale kernmacht, “geen kwaad bloed zou zetten”.
Toch is de afwezigheid van het land op de bijeenkomst in Beijing dit jaar een grote klap voor de Chinese Nieuwe Zijderoute. India zou een belangrijk onderdeel worden van dit ambitieuze infrastructuurplan, dat een netwerk van handelsroutes wil opzetten tussen Zuidoost-Azië, het Midden-Oosten, Europa en Afrika.
De beslissing van India om zich te onttrekken aan de onderhandelingen over de Nieuwe Zijderoute heeft verschillende redenen. Vanuit strategisch oogpunt is vooral van belang dat een deel van de beoogde Zijderoute door de regio Kasjmir zal lopen, die door Pakistan wordt gecontroleerd. India en Pakistan ruziën al decennialang over dit gebied.
India ziet toenemende invloed van China als gevaar
India staat echter ook onwelgevallig tegenover de Nieuwe Zijderoute vanwege de daarmee gepaarde uitbreiding van Chinese militaire invloed en aanwezigheid in Zuidoost-Azië.
Bovendien is er de omstreden praktijk waarbij veel deelnemende landen grote schulden op zich nemen om de benodigde lokale infrastructuurprojecten te bekostigen. China leent momenteel gigantische sommen geld aan kleinere deelnemende landen zoals Pakistan, Maleisië en Sri Lanka.
Als die landen in financiële problemen komen, kan China een grotere rol opeisen. Zo moest Sri Lanka in 2017 noodgedwongen de haven Hambantota voor 99 jaar verpachten aan China toen het achterliep met het afbetalen van schulden.
"China moedigt afhankelijkheid aan door middel van niet-transparante contracten, woekerleningen en corrupte deals om de soevereiniteit van deelnemende landen te ondergraven", beaamde de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry vorige maand.
Afgelopen jaar schrapte de nieuwe premier van Maleisië, Mahathir Mohamad, lokale Chinese infrastructuurplannen ter waarde van 22 miljard dollar. Mohamad was bezorgd over de oplopende schulden die het project met zich mee bracht.
Zorgen over Chinese invloed in de regio
De zorg over afhankelijkheid van China wordt gedeeld door burgers in Zuidoost-Azië. Uit een recente enquête blijkt dat meer dan zeventig procent van de respondenten wil dat hun regering voorzichtig is bij onderhandelingen over deelname aan de Nieuwe Zijderoute. Meer dan de helft van de respondenten denkt dat China haar invloed in de regio wil vergroten.
Om die reden is een belangrijk doel van de bijeenkomst in Beijing het 'rebranden' van het imago van de Nieuwe Zijderoute. Dat bleek ook uit een toespraak van de Chinese president Xi Jinping, afgelopen vrijdag. Die sprak van een focus op infrastructuur van "hoge kwaliteit".
De vraag blijft wel hoe China in de praktijk handen en voeten gaat geven aan sterkere transparantie.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Business Insider India.