- De manier waarop banken geld verdienen lijkt simpel: ze trekken goedkoop (spaar)geld van klanten aan en lenen dat voor langere tijd uit tegen een hogere rente, of beleggen tegen een hoger rendement.
- Toch is dit verdienmodel kwetsbaar, op het moment dat klanten onrustig worden en (spaar)tegoeden op grotere schaal gaan opvragen, zoals onlangs bleek bij een aantal Amerikaanse banken.
- Beursexpert Hendrik Oude Nijhuis legt uit waarom hij in principe niet belegt in banken.
ANALYSE – Stel, je hebt 1 miljoen euro geleend en betaalt daarvoor 0 procent rente. Je besluit de 1 miljoen euro in de meest solide obligaties te investeren, waarbij je op voorhand weet dat die op de afloopdatum over vijf jaar precies 1,1 miljoen euro uitkeren. Wat kan er misgaan?
Dit is (zeer) eenvoudig gesteld hoe banken werken: (spaar)geld met een kortere looptijd tegen een lage rente lenen en dat voor langere tijd tegen een hogere rente beleggen, of uitlenen via onder meer hypotheken.
Goed om te beseffen in dit geval is dat de solide obligaties uit het voorbeeld over vijf jaar dan wel 1,1 miljoen euro waard mogen zijn, maar de prijs ervan tussentijds fluctueert. Er zijn daarbij ook forse waardedalingen van de obligatiebeleggingen mogelijk, bijvoorbeeld wanneer de rente tussentijds sterk stijgt.
Dalende obligatiekoersen zijn in theorie geen ramp: de prijs tendeert uiteindelijk naar de 1,1 miljoen euro, het bedrag dat moet worden afgelost aan het einde van de looptijd. Maar er is wel een probleem wanneer het (spaar)tegoed van klanten – ofwel het door de bank geleende geld – plots wordt opgevraagd.
Als dat gebeurt op een moment dat de obligatiebeleggingen in waarde zijn gedaald, moeten de solide obligaties met verlies worden verkocht om klanten die tegoeden opnemen, te kunnen uitbetalen. De bank zal al vlot zelf gered moeten worden en de aandeelhouders zijn hun geld dan kwijt.
Om te voorkomen dat ik als aandeelhouder van een bank zelf in zo'n scenario beland, hanteer ik een uiterst simpele strategie: ik beleg simpelweg niet in aandelen van banken.
Silvergate Capital, Silicon Valley Bank, Credit Suisse
De recent sterk gestegen rente en bedrijfsspecifieke problemen verklaren dat er onlangs weer wat banken moesten worden gered.
Zo bediende de Amerikaanse bank Silvergate Capital vooral de cryptosector en toen de koersen van cryptomunten afgelopen jaar daalden, droogde de toestroom van geld volledig op. Silvergate ontkwam er niet aan solide obligaties te verkopen en raakte zo al snel in de problemen.
De situatie bij Silicon Valley Bank (SVB) is vergelijkbaar. Deze bank had juist vooral jonge, startende techbedrijven als klant en had goed beschouwd dubbel last van de stijgende rente. Door de oplopende rente droogde de toestroom van geld naar startende techbedrijven op, terwijl ook bij SVB de obligatieportefeuille sterk in waarde was gedaald vanwege eveneens de forse rentestijging.
En in geval van Credit Suisse was het een vooral combinatie van zaken - zoals jarenlang mismanagement, een reeks affaires, gebrek aan vertrouwen en de forse rentestijging - waardoor deze befaamde Zwitserse bank in allerijl moest worden gered.
Onterecht naar mijn oordeel wordt de huidige situatie vergeleken met die van 2008, toen een bankencrisis het financiële systeem op zijn grondvesten deed schudden. Op dat moment was sprake van een van de grootse bubbels ooit, met veel leverage (leningen) bij banken en huishoudens en wijdverbreide fraude.
Van excessief lenen door banken en / of huishoudens is dit keer geen sprake. Maar de impact van de gestegen rente maakt nu wel dat er bij banken maar weinig ruimte is om tegenvallers op te vangen.
Hendrik Oude Nijhuis is medeoprichter van beleggingsfonds ValueMachinesFund en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar.