Met het eind van het jaar op komst is het handig om te kijken of je nog dingen kunt doen die financieel voordeel opleveren. Eén daarvan is extra aflossen op een hypotheek met spaargeld.

In algemene zin geldt dat extra aflossen het minst gecompliceerd is met aflossingsvrije hypotheken, omdat je daar toch iets mee moet aan het eind van de looptijd. Je betaalt gedurende de looptijd immers alleen rente en lost niet regulier af.

Verder staat er in de hypotheekvoorwaarden doorgaans opgenomen dat je één keer per jaar 10 procent tot 20 procent boetevrij mag aflossen. Dat kan relevant zijn als de actuele marktrente lager is dan de hypotheekrente die je eerder bent overeengekomen met de geldverstrekker.

Bij de recente ontwikkeling van spaar- en hypotheekrentes valt op dat variabele spaarrentes op vrij opneembare rekeningen de afgelopen maanden licht dalen. Dat heeft mede te maken met verlagingen van de beleidsrente door de Europese Centrale Bank (ECB).

Ook hypotheekrentes zijn dit jaar licht gedaald, maar die daling is voor langere rentevaste perioden sinds kort gestagneerd.

Op het moment dat spaarrentes duidelijk lager zijn dan hypotheekrentes kan het financieel interessant worden om extra af te lossen op een hypotheek. Als je dat vóór het eind van het jaar doet, bespaar je ook op de vermogensbelasting in box 3: er is dan minder belastbaar spaargeld op de fiscale peildatum van het vermogen per 1 januari 2025. Daarnaast dalen de rentelasten voor de hypotheek door de extra aflossing.

Aflossen op de hypotheek met spaargeld: voorbeeld

Om uit te vinden of extra aflossen op de hypotheek financieel gunstig is, moet je een paar dingen in de gaten houden. We illustreren dat aan de hand van een voorbeeld. De belangrijkste gegevens hiervoor staan in de onderstaande tabel.

Bij de afweging om wel of niet extra af te lossen op een hypotheek draait het om de verhouding tussen de netto hypotheekrente en de effectieve spaarrente. Dat wil zeggen: de hypotheekrente inclusief het voordeel van de hypotheekrenteaftrek en de spaarrente na aftrek van de vermogensbelasting in box 3.

Wat betreft de hypotheeklening gaan we uit van een aflossingsvrije hypotheek van 430.000 euro met een 10-jaars hypotheekrente van 3,5 procent. In 2024 is het tarief voor hypotheekrenteaftrek ongeveer 37 procent, wat betekent dat de netto hypotheekrente uitkomt op 2,2 procent.

Stel dat er 10 procent per jaar boetevrij afgelost mag worden op de hypotheek. Dan gaat het om 43.000 euro. In het voorbeeld nemen we vervolgens een huiseigenaar met 100.000 euro spaargeld. Daarvan valt 57.000 euro onder de vrijstelling voor de vermogensbelasting in box 3, waardoor er 43.000 euro aan spaargeld wordt belast.

Is het nu aantrekkelijk om 43.000 euro spaargeld in te zetten voor extra aflossing van 10 procent van de hypotheek?

Dit hangt af van de spaarrente en de belastingdruk. In het voorbeeld nemen we een spaarrente van 2,5 procent op jaarbasis. Voor de 43.000 euro gaat het dan om 1.075 euro aan rente-inkomsten. De vermogensbelasting voor een ton spaargeld (inclusief de vrijstelling) bedraagt 159 euro in 2024, zo kun je met deze tool berekenen. De netto spaaropbrengst komt dan uit op 916 euro, zodat het effectieve spaarrendement 2,1 procent is.

In dit geval is de netto hypotheekrente van 2,2 procent net iets hoger dan de effectieve spaarrente van 2,1 procent. Hiermee wordt extra aflossen op de hypotheek voordelig, omdat de hypotheeklasten hoger zijn dan de opbrengsten van het spaargeld.

Uiteraard hangt het van individuele situaties af hoe dit sommetje in de praktijk uitpakt. Belangrijk om daarbij te bedenken is ook: met een extra aflossing op de hypotheek stop je vermogen in stenen. Zeker als het om vrij opneembaar spaargeld gaat, verlies je 'liquide vermogen'. Het is daarbij van belang om ervoor te zorgen dat je in ieder geval genoeg spaargeld overhoudt om onvoorziene uitgaven te kunnen opvangen.

LEES OOK: Dit betaal je in 40 regio’s voor 100 vierkante meter huis – en zo groot zijn de verschillen met Amsterdam