Het goudsprookje is uit. Althans voorlopig. Na stijgingen met tientallen procenten in 2011 én 2012, daalde de goudprijs vorig jaar met 38 procent.

Beleggers vluchten massaal uit goud. Het beheerde vermogen in goudtrackers halveerde vorig jaar ruwweg van 147 naar 76 miljard, meldt Het Financieele Dagblad.

Goud als vluchthaven heeft afgedaan. Goud is gestold angstzweet, schreef Z24-columnist Mathijs Bouman vijf jaar geleden al eens. Nu financiële markten in rustiger vaarwater zijn – een valuta-oorlog is nooit gekomen; de euro bestaat nog steeds – zijn minder beleggers gevoeliger voor het edelmetaal.

Ook de voorspelde grotere vraag door consumenten – de opkomende Indiase middenklasse zou ongetwijfeld meer goud gaan kopen – is er niet gekomen. In het derde kwartaal nam de vraag naar goud voor sieraden slechts met 5 procent toe. Gecorrigeerd voor de sterke groei in China (+29 procent) daalde de vraag zelfs met 4 procent.

Overall kromp de totale vraag naar goud met 21 procent, blijkt uit cijfers van de World Gold Council, een organisatie van de goudindustrie.

De goudprijs is vooral een reflectie van het beleggersklimaat, schreeft Rob Putter, een andere Z24-columnist begin vorig jaar. Hij signaleerde toen al dat het gek is dat sinds 2003 de goudprijs vier keer over de kop was gegaan, terwijl de vraag slechts met 35 procent was gestegen.

Nu onheilstijdingen niet meer geloofd worden, blijven de kale feiten over goud over. Die zijn niet misselijk: denk aan het valutarisico (wie belegt in goud, belegt in feite in dollars), het diefstalrisico, en het grote nadeel dat goud rente noch dividend oplevert.

Daarnaast heeft goud er bij de groep avontuurlijke beleggers een concurrent bij gekregen: de bitcoin.

Lees ook

Dagboek van een bitcoin-belegger: kun je slapend rijk worden?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl